721 zochtHierbij een wissel te trekken op de toekomst, wanneer de toestand van het wegennet door voortuitgang van handel, landbouw en nijverheid zal zijn verbeterd, gaat niet aan. Wij hebben rekening te houden met den toestand der wegen zooals die thans is, en niet zooals die, naar wij hopenin de toekomst worden kan Wat het terrein buiten de wegen betreft, is dit in het alge meen, doch vooral in de lagere streken, voor veldartillerie met het oog op hardheid en bebouwing, ontoegankelijk. Alleen goede wegen, droge, niet te geaccidenteerde terreinen, laten toe, dat de veldartillerie, wat beweeglijkheid betreft, vol komen tot haar recht komt Wat te zeggen van den tacticus, die bij het uitkiezen van eene stelling in de eerste plaats rekening zou houden met de wegen en toegangen en eerst in verband daarmede zijn artille riestellingen zou aangeven Neen, in en nabij de door de troepenmacht in te nemen stel ling wordt gezocht naar de gunstigste artilleriestellingen, en zijn deze gevonden, dan moet de artillerie ook in staat zijn die stel lingen in te nemen. Kan ze er niet „rijdende" komen, dan moet haar dat „dragende" mogelijk zijn. De eisch in het algemeen aan artillerie te velde te stellen is „het leger in alle terreinen en alle tempo's te kunnen volgen." Het tempo van het Indische leger nu is niet zoo snel of ge dragen artillerie kan dat tempo volgen. Deze artillerie moet zelfs in staat zijn, waar noodig, over korte afstanden met versneld tempo „vooruit te snellen". Dit is een kwestie van training bij dieren en manschappen. In den Russiseh-Japanschen oorlog bewezen dit de bergbatte- rijen, die in draf, of liever gezegd in den looppas, groote afstan den wisten af te leggen en hierdoor in staat waren op den dooi den bevelhebber aangegeven tijd en plaats het vuur te openen! Geheel gaan wij daarom mee met hetgeen de overste P. C. van der Willigen in het voornoemde debat in de Ind. Krijgsk. Verg. aanvoerde „Een groote mate van beweeglijkheid kan een klein leger in staat stellen een overmachtigen vijand langen tijd het hoofd te bieden; wij moeten daarom niet volstaan met te trachten even

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 233