734 aan de Nederlandsche Regeering een uitnoodiging gericht zal worden Harerzijds een Commissie aan te wijzen om de proeven bij te wonen. Hoewel wij uitgingen van het grondidée „speciale vuurmonden voor N.I." kon dit standpunt niet behouden blijven, omdat de firma meer voelde voor een algemeenook in andere koloniën onder dergelijke omstandigheden te bezigen type, en niet kon ingaan op een project, dat alleen voor N. I. geschikt zou zijn en dus slechts in beperkte mate toegepast zou kunnen worden. Evenwel het draagbaar kanon van 7 c.M. L/17 voor koloniën zal, behoudens eenige wijzigingen in détails, welke wij in hoofd zaak zullen aangeven, ook voor het veldleger in N. I. geschikt zijn. Het streven van de firma is geworden om, aan de hand van ons project, te komen tot een vlakbaanvuurmond, die overal te bezigen zou zijn, waar öf niet over trekkracht van voldoende capaciteit voor het transport van moderne vuurmonden beschikt kan worden, dan wel wegen of terrein niet geschikt zijn voor den opmarsch van bereden veldartillerie. Het gemiddelde gewicht van een uitgerust modern veldstuk, zonder opgezeten bedieningsmanschappen, is 1750 tot 1800 K.G. (Ned. 1750 K.G.zonder aszitplaatsen). De in N. I. in beproeving geweest zijnde 7 c.M. L/28 K T. weegt geheel uitgerust met schild 1372 K.G., maar staat wat ballistisch vermogen betreft achter bij modern veldgeschut. Het nieuwe Ned. veldkanon heeft een projectiel van 6 K.G. met een Y0 van 500 M., het proefkanon 7 c.M. L/28 K. T. een projectiel van 5.3 K.G. met een V0 van 445 M., het kanon voor koloniën van 7 c.M. L/17 een projectiel van 5.4 K.G. met een V0 van 440 M. Voor meerdere gegevens zie men de vergelij kende tabel hierachter. (Wordt vervolgd.) A. J. Gooszen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 246