HET BESLAG DER AUSTRALISCHE POAIES BIJ DE DIVISIE
TE BANJOE BIROE.
Met Plaat XXII.
Nu meermalen van de hand van een cavalerist een artikel in
het I. M. T. verscheen omtrent de Australische ponies, komt
het mij niet ongewenscht voor, dat ook de artillerie eens haar
stem laat hooren.
Ik zal het echter alleen hebben over het hoefbeslag, trouwens
zekei lang geen bijzaak, daar ik om verschillende redenen meen
geen oordeel te mogen vellen over de Australische ponies in het
algemeen, o. a. wegens te weinig persoonlijke ondervinding. Ook
zijn tot nu toe de ponies der artillerie alleen nog ingedeeld bij
de bergbatterij te Banjoe Biroe, dan wel in africhting bij de
depót-batterij. Nu reeds een oordeel te vellen zou tot eenzij
digheid leiden. Met het beslag is dit een andere zaak, en doet
het er minder toe, binnen zekere grenzen, wat de graad van
africhting en de diensttijd is.
Toen ik de interessante artikels las van de ritmeesters Daniels
en Herfkens heb ik, en zeker velen met mij, bij mijzelf de op
merking gemaakt: dat het bij beide eskadrons met het beslag
der ponies sukkelen is, dat van een normaal beslag geen sprake
kan zijn, en dat slechts door buitengewone middelen, individueel
veelal sterk verschillendehet hoefbeslag in bruikbaren staat is te
houden; middelen, die door beide eskadronscommandanten niet
altijd gelijk, of in even sterken mate, gekozen worden.
Het moet in het oog springen, welk een enorm nadeel er aan
verbonden zal wezen, als niet bij het geheele wapen èèn als
normaal geldend beslag wordt gebezigd, waarvan slechts in zeer
buitengewone omstandigheden kan worden afgeweken. Zeker,
in vredestijd kan de toestand van het beslag bij een eskadron
zeei gunstig zijn, voor het oogenblik althans; de eskadrons
commandant maakt het tot een zaak van meer dan gewone zorg,