- 737
wezen te hooren, dat te Banjoe Biroe de toestand van het beslag
zeei gunstig is te noemen, geen buitengewone zorg vereischt en
een wijze van beslag wordt toegepast, die geheel als normaal kan
worden beschouwd en voor elk paard kan worden toegepast, met
zeer enkele uitzonderingen. Het tijdperk der proefnemingen kan
men als geëindigd beschouwen. Deze toestand is ingetreden,
zoodra alle smeden (ook leerlingen van de hoefsmidschool) hun
werk kenden en eenigen tijd op bovenbedoelde wijze beslagen
hadden.
Nu rijzen de vragen le waaruit blijkt, dat de toestand werke
lijk zoo is, 2e mag de artillerie te Banjoe Biroe vergeleken worden
met cavalerie in andere garnizoenen; 3e welke is de wijze van
beslaan, en in welke richting wordt vermeend, dat de eskadrons
commandanten te Batavia en Soerabaja van het normale ziin
afgeweken?
Ad 1. Bij de depot-batterij zijn ongeveer 60 ponies, die voor
een oordeel in aanmerking komen en reeds zoolang op beslag
staan, dat een normale toestand is ingetreden. Bij de bergbatterij
ongeveer 17. Een aantal dus, groot genoeg om een oordeel te
mogen vellen. De beslaglijsten wijzen uit, dat alle om de 6 weken
worden beslagen, dat de uitzonderingen hoogst zelden zijn, zoo
zelden, dat ik het niet de moeite waard vond na te gaan of die
uitzonderingen wellicht nog gedeeltelijk waren toe te schrijven
aan feestdagen of verblijf op ziekenstal. Men kan zeggen, dat
de variaties zijn van -40 tot 44 dagen.
Daar te Banjoe-Biroe de hoefdsmidschool is gevestigd, zijn er
oehalve de geoefende smeden nog meerdere leerlingen werkzaam,
onder toezicht van den korporaal-hoefsmid, het geheel onder den
paardenarts 1). Het spreekt vanzelf dat deze, vooral nu alles
goed op dreef is, slechts in 't algemeen een wakend oog op het
oeslag houdt en niet paard voor paard nagaat, hoe het beslagen
wordt, hetgeen wel voor zooveel mogelijk geschiedt door den
korporaal-hoefsmid. De paarden worden evenals dat vroeger het
geval was nagezien door den luitenant van de week en den
betrokken sectiecommandant, en bovendien op het rapport ge-
I) Aan den tegenwoordigen paardenarts hebben wij hoofdzakelijk de verbetering van
iet beslaB te danken. Hij verschafte mij, waar noodig, de gegevens voor dit artikel.