- 740
Bovendien levert het beslag bij dieren pas in africhting en dus
nog kort op beslag als regel meer bezwaren op dan dat van dieren
in een verdere africhtingsperiode, wat niet nader hoeft te worden
toegelicht.
Een en ander in aanmerking nemende, verkeert men te Banjoe
Biroe ten opzichte van den invloed van terrein en arbeid op de
hoeven en het beslag eerder in ongunstige dan gunstige of zelfs
normale omstandigheden.
Zelfs aannemende, dat de toestand te Batavia en te Soerabaia,
mede tengevolge van het klimaat, nog ongunstiger is dan te
Banjoe Biroe, dan nog moet er toch naar gestreefd worden een
goeden toestand van het beslag te verkrijgen met middelen, die
overal dezelfde blijven en overal hun kracht behouden, en die m i..
reeds gevonden zijn.
Ad 3. Ik zal mij bepalen tot het opsommen en motiveeren
van de regels, te Banjoe Biroe bij het beslaan gevolgd, waarbij
er natuurlijk verscheidene zijn, die geheel of gedeeltelijk ovei-
eenstemmen met die, aangegeven door de ritmeesters Daniels en
Herfkens, hetgeen ik kortheidshalve ter plaatse nietreleveeren zal.
Later zal ik de cardinale verschilpunten afzonderlijk bespreken.
a. Onderhoud van den hoef.
Blijft de hoef langdurig te droog, dan wordt de hoorn hard en
bros en geeft aanleiding tot scheuren. Komt hij daarentegen te
veel met vocht in aanraking, dan wordt hij te week, te weinig
weerstandbiedend en gaat brokkelen. De hoef moet matig zacht
blijven, lenig en veerkrachtig. Men ga dus uit van den regelte
droge hoeven vochtiger maken, te natte hoeven droger maken.
In den drogen tijd zal hoevenwasschen voordeelig zijn voor de
hoeven, ook door de afkoeling na dienstgebruik. In den natten
tijd daarentegen of wanneer herhaaldelijk in modder en water
gemarcheerd wordt, dient men het wasschen na te laten en
er vooral voor te zorgen, dat de hoef zoo goed mogelijk schoon
en droog wordt gemaakt. Door te veel wasschen van de hoeven
laat de glazuurlaag los en begint om te krullen.
Ten opzichte van zijn onderhoud is de hoef eenigszins te vei-
gelijken met lederwerk, dat ook door te groote droogte bios
wordt en splijt, door te veel vocht lichtei scheuit en op den