750
Onmiddellijk keerde de patrouille naar de kust terug, om eenige
dagen later op nieuw, doch thans sterker, in Pagenje te ver
schijnen en aldaar een bivak te betrekken.
Luitenant Rijnders' pogingen om tot een minnelijke schikking
te geraken mislukten; Oemboe Kerai meende in zijne versterking
onverwinneliik te zijn.
Hierop werd tot den aanval besloten. Aan de verdedigers der
benteng werd de raad gegeven om vrouwen en kinderen in vei
ligheid te brengen. Later bleek het, dat men aan dezen raad wel
degelijk gevolg had gegeven, hoewel de boodschapper het hoog
hartig antwoord kreeg, dat men te Pre Medittanog nooit vrees
had gekoesterd en men het thans ook niet deed.
De beschikkingen, die Luitenant Reinders voor den aanval op
den 6en Mei nam, kwamen op het volgende neer. Eén inlandsch
fuselier en zes politiesoldaten bleven ter bewaking van het
bivak achter, een korporaal ziekenverpleger met evenveel ge
wapende politiedienaren werd de dekking van den trein, be
staande uit één tandoe met vier dwangarbeiders, opgedragen.
Van de rest werd een detachement, sterk 11 bajonetten, een
stelling aangewezen ten Noorden van de versterking bij D, aan
een tweede afdeeling van 20 man op de heuvels ten Zuiden bij
E en E".
Beide afdeelingen kregen de opdracht de ontvluchting der be
zetting te beletten en door flankvuur den aanval te steunen, die
onder leiding van den detachementscommandant op de Ooster-
face van de benteng zou plaats hebben. Hiervoor bleven be
schikbaar 20 man, te weten een Europ. sergeant, zeven inland-
sche militairen en 12 politiesoldaten.
Om 8 uur 's morgens, toen de nevel opgetrokken was en men
zich met behulp van een kijker overtuigd had, dat de flank de
tachementen, die reeds om vier uur afgemarcheerd waren, hunne
stellingen ingenomen hadden, zette de frontafdeeling zich in
beweging. Aanvankelijk werd het pad gevolgd, dat in Westelijke
richting naar de versterking voert. De weg klom sterk. Op
ongeveer 300 Meter van de 1.50 M. hooge en 1.00 M. breede stee-
nen borstwering genaderd, opende de vijand het vuur van uit den
kampongrand A en uit de benteng C. Dit vuur werd door de
afdeeling bij D, die plongeerend vuur achter en in de verster-