van één onschadelijk gemaakt kon worden. Oeruboe Paro, radja
van Lawonda, viel gevangen in onze handen, Oemboe Kerai, de
lang gezochte, en de kapala prang van Pagenje wisten, hoewel
beiden zwaar gewond, te ontkomen.
In de benteng vond men twee gevangen vrouwen, afkomstig
van de rooverijen te Kodi, overigens bleek alles verlaten. Groote
voorraden levensmiddelen, veel vee, benevens 2 achterlaadge-
weren, munitie en blanke wapens vielen ons als buit in handen.
Volgens latere berichten zou de sterkte der bende ongeveer
300 man bedragen hebben, die echter slechts over een tiental
achterlaadgeweren beschikt had.
In het geheel betreurden wij in dit gevecht, dat ruim één uur
geduurd had, den dood van een gewapenden politiedienaar en
de verwonding van zes militairen. Deze politiesoldaat was op
het oogenblik, dat de onzen de versterking binnendrongen, door
een vijand, die in de richting der ambulance trachtte te ontkomen,
aangevallen, met de lans afgemaakt en van zijne wapens beroofd.
Om 12 uur 's middags waren ook de vervolgende groepen terug
en alles in Pre Meditta verzameld dien dag en den volgenden
hield men zich onledig met het slechten der versterking. Den
Sen Mei keerden de gewonden naar de kust terug.
En hiermede is dit eenvoudige en onopgesmukte verhaal ten
einde en zou ik gevoegelijk de pen er bij neer kunnen leggen.
In dit geval wensch ik dit niet te doen, omdat het mij een
genoegen is om er op te mogen wijzen, dat in dit kleine brokje
krijgsgeschiedenis een schitterend voorbeeld gegeven is, dat
ook de Inlander in het Leger, hoewel zoo herhaaldelijk bij Euro
peaan en Ambonees ten achter gesteld, tot daden van dapper
heid en flinkheid in staat is.
Toen eenige jaren geleden in de Indische Krijgskundige Ver.
eeniging het onderwerp „De gemengde compagnie" behandeld
werd, kwam ook de gevechtswaarde van de verschillende land
aarden ter sprake. In den breede werden de eigenschappen van
Ambonees en Javaan vergeleken en de eindconclusie, waartoe de
meeste sprekers kwamen, was deze, dat den Ambonees verre
de voorrang moest worden gegeven.
De Ambonees is nu eenmaal het troetelkind in het Leger. Men
kent hem vele goede eigenschappen toe, en beloont hem beter