BOEKBEOORDEELING.
„"Wenken vin hier en daar in het gevecht
tegen den Inlandschen vijand", door II. P.
Ch. Hoetjer.
Schrijver heeft een nuttig en te waardeeren werk ter hand genomen,
hetwelk zeker niet een van de eenvoudigste is. Het verzamelen van de
voor het meerendeel her- en derwaarts verspreide wenken van practici
van naam op het gebied van den krijg tegen een Inlandschen vijand, het
rangschikken, en waar noodig aanvullen om tot een samenhangend en
sluitend geheel te geraken is een moeilijke taak, die naast inspanning een
juist oordeel vereischt
Waarschijnlijk zullen geen twee personen een dergelijke taak op gelijk
soortige wijze volbrengen. Persoonlijke opvattingen zullen zich bij de
behandeling van de beschikbare stof doen gelden, doch hoofdvereischten
zullen moeten blijven: een korte bondige stijl, benevens eene oordeelkun
dige indeeling en rangschikking.
Aan deze eischen getoetst, laat het werkje wel iets te wenschen over.
Het maakt te zeer den indruk haastig te zijn samengesteld en niet te zijn
nagewerkt, waardoor onnauwkeurigheden ontstaan als op blz. 9, waar ge
sproken wordt van het geven van fluitsignalen middels een „ever ready".
Ten behoeve van den stijl ware het voorts verkieslijker geweest voort
durend in denzelfden (3den) persoon te spreken, en de meermalen voor
komende populaire woorden en uitdrukkingen en overbodige consequenties
te vermijden.
Op onvolledigheid dan wel onduidelijkheid stuit men o. m. op blz. 13,
punt 16, waar, alleen vermeld zijnde, dat op met vuurwapens gewapende
benden of op enkele gewapende mannelijke personen, die vluchten na aange
roepen te zijn, altijd geschoten kan worden, men geneigd is te vragen „en
op met het blanke wapen gewapende benden „en op enkele ongewa
pende mannelijke personen, die vluchten, na aangeroepen te zijn
op blz. 15, punt 7, waar vermeld is, dat gewonde vrouwen en kinderen
worden verbonden (zoo mogelijk), is men geneigd te vragen„en ge
wonde mannen?";
op blz. 6 vraagt men zich af, waarom als middel tot vervoer van vivres
enz. de alom bekende en gebezigde hardbroodblikken niet genoemd zjjn