773 klapper-, pisang- en andere tuinen uit, waarin ook wel hutjes zijn gebouwd. De verbindingsweg met andere desa's vormt in de desa de hoofdstraat, die dikwijls 10, 12 en meer meters breed is; zijn er ook verbindingswegen in andere richtingen, zoo ontstaan op de kruispunten vrij groote pleinen in de desa'szijstraten staan meest rechthoekig op de hoofdstraattusschen de erven loopen in den regel smalle, vrij bochtige stegen. Vooral in de desa's komen prigi's vaak voor en ook daar loopt men niet vrij van waterleidingen, die den weg snijden. In de desa's wonen de verschillende kasten door elkanderalleen door brahmanen bewoonde plaatsen vindt men ook, bijv. Sindoe en Taman in Badoeng, terwijl de bali-aga-dorpen meestal geen andere lieden bevatten. Stemgerechtigd tot het benoemen van het dorpshoofd, den klian desa, zijn alleen de drie hoogste stan den, en onder dezen de gehuwden. Meestal huwt de Baliër slechts één vrouw, hetzij door ge wonen koop (mepadik), hetzij door schaking (merangkat) of roof (melegandang), welke vormen ten slotte alle neerkomen op het betalen van een zekeren prijs voor de tot zich genomen vrouw, die dan ook verder geheel als eigendom wordt behandeld, zwaar werk te verrichten heeft zonder eenige waardeering. Brengt de vrouw geen zonen ter wereld, dan is zij tot in het hiernamaals veracht. Aangezien in zoo'n geval na het overlijden van den man diens eigendom waaronder de vrouwen c.q. dochters, behalve van Brahmanen aan den vorst vervallen, wordt meestal door aanneming bijtijds voor een mannelijken erfgenaam gezorgd. Overigens gaat het gezag in de familie over op den oudsten zoon van de echte vrouw, zoo de overledene meerdere vrouwen had 1). Is in het familieverband het gezag van den Baliër groot, tegen over de gemeenschap staat hij vrij onafhankelijk. Ieder Balineesch gezinshoofd bezit van oudsher het recht zich te scharen onder den vorst, dien hij verkiest; dit beginsel be- heerscht het geheele regeeringsbeleid. 1) Merkwaardig is het, dat de Baliër om zoo te zeggen zijn kinderen nummert, zoo dat men aan den naam kan hooren, het hoeveelste kind men voor zich heeft. Zoo heet de oudste zoon of dochter Wajan, G'de of Poetoe, de tweede Xengah of Made, de derde Jfjoman en de vierde K'toet. Zijn er meer kinderen dan wordt na K'toet doorgenummerd met Wajan enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 287