775 Deze laatsten waren oorspronkelijk niet anders dan scheids rechters in de tallooze onderlinge geschillen, en vertegenwoor digers van ettelijke districten tegenover zulke tot andere rijken behoorende. Zij werden ook niet beschouwd als afstammende van hemelsche machten, doch hun naam, anale agoeng verheven mensch, duidde er op, dat men in hen zag menschen met bij zondere eigenschappen, waard aan het hoofd te staan der (tijde lijke) gemeenschap. Langzamerhand wisten de vorsten tal van desa rechten aan zich te trekken en thans is hun macht feitelijk onbeperkt, even wel onder beding, dat zij het hun onderhoorigen niet al te moeilijk moeten maken en vooral het in den Ealinees sterk ontwikkeld gevoel van recht en billijkheid ontzien. Gebeurt zulks niet, gaat de vorst te willekeurig met het hebben en houden zijner onderdanen om, zoo maken dezen van hun recht om de gehoorzaamheid op te zeggen gebruik en stellen zich even gemakkelijk onder de bescherming «van een anderen vorst, als zij van poenggawa kunnen verwisselen, alleen met dit onder scheid, dat zij in het eerste geval hun onroerende goederen kwijt zijn, tenzij de geheele desa of het geheele district overloopt. Zooveel mogelijk trachten de vorsten de macht der poenggawa's onder controle te brengen en familieleden ook en vooral door adoptie verkregen tot die waardigheid te doen benoemen. Aangezien die districtshoofden de eigenlijke vertegenwoordigers naar buiten van het volk zijn, moet de vorst in alle belangrijke aangelegenheden, het rijk betreffende, met hen overleg plegen en mogen hunne handteekeningen niet ontbreken op de met het gouvernement door de vorsten gesloten overeenkomsten. De bijzonder zorgvuldige wijze, waarop alles wat betrekking heeft op de rijstcultuur is geregeld, uit zich onder meer in de organisatie der waterschappen. Alle uit eenzelfde leiding bevloeide sawa'h vormen namelijk een soebak, terwijl de verschillende eigenaren de soebak-ver- eeniging (sekaha soebak) uitmaken, die zich een hoofd kiest, den pekaseh, aan wien de behartiging van de soebak belangen is opgedragen. Hij brengt de geschillen betreffende de water voorziening, waarvoor dikwijls waterwerken in andere rijken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 289