781
opiumsluikende en hazardspelen houdende Chineezen, enz. bleef
uit; leidingen voor bevloeiing van Gianjarsche terreinen wer
den herhaaldelijk vernield; oplossing van grensgeschillen tusschen
de rijken ondervond vertraging; enz. enz. Daarbij kwam, dat
Kloengkoeng in andere rijken steeds stookte, o.*a. Mengwische
tot Badoeng behoorende desa's tegen dit rijk opzette, toen een
poging van Kloengkoeng om het oude Mengwi als zelfstandigen
staat te herstellen mislukte; dientengevolge ontstond aldaar een
opstand, die door Badoeng met Tabanansche troepen werd be
dwongen (1901).
Het kwam zoo ver, dat tegen Kloengkoeng krachtiger werd
opgetreden en de Resident, gesteund door drie oorlogsschepen
zijn eischen omtrent uitlevering van misdadigers, grensgeschil
len, enz. in Kloengkoeng zelf kwam stellen en met goeden uitslag
(Sept. 02). Ook de andere landschappen, behalve Bangli, wer
den daarna handelbaarder. Vermelding verdient nog, dat Ba
doeng en Tabanan zich in 1902 verbonden tegen Kloengkoeng.
In Maart 1903 stierf de vorst van Tabanan en werd door diens
zoon Goesti Ngoerah Rai opgevolgd onder den naam van G. Ngoe-
rah Agoeng. Bij de verbranding van het vorstelijke lijk zou ook
het mesatia plaats hebben (weduwenverbranding). Aangezien
een paar jaren te voren schriftelijk protest tegen dit gebruik,
in Bangli toegepast bij de verbranding van een broeder des
vorsten, niet gebaat had, begaf de ambtenaar voor Inlandsche
zaken zich naar Tabanan en verbood, gesteund door twee oorlogs
schepen, tot de verbranding over te gaan. Deze had toch plaats,
waarop het contract vernietigd werd en de vorst een nieuwe
overeenkomst moest sluiten, waarbij hij zich verbond het me
satia afteschaffen (Januari '04).
Later bleek, dat Badoeng waar in Febr. '02 de vorst was
overleden en opgevolgd door diens jongeren broeder Goesti Ngoe
rah Madé Agoeng onder den naam Goesti G'dé Ngoerah Den
Pasar en Kloengkoeng Tabanan in zijn verzet betreffende het
mesatia hadden gestijfd.
In Kloengkoeng was in Augustus '03 de vorst eveneens ge
storven, en opgevolgd door Dewa Agoeng G'dé onder den naam
Dewa Agoeng Poetra; de lijkverbranding des vorsten had zon
der mesatia plaats.
I. M. T. 1906. r.o