519
zou het zijn op 5 a 6 veldvuurmonden per 1000 man infanterie
te rekenen, zooals bij de Duitsche legerkorpsen, en bovendien
nog op krombaangeschut 1).
Yoor onze 20 bataljons worden noodig geacht:
60—72 veldvuurmonden, die als volgt verdeeld zouden kun
nen zijn
30 pompoms bij de 5 brigades, benevens
24 kanonnen van 5 c.M en 12 veldhouwitsers ter beschikking
van den Bevelhebber, boven en behalve 30 brigades mitrailleurs.
Ter wille van de kosten zouden dan 6 stukken (geweren) een
batterij (compagnie) kunnen vormen, hoewel batterijen van 4
stukken de voorkeur verdienen.
Voorts is vooral de cavalerie te gering in aantal 2); gaan we
slechts na, wat haar taak zal zijn:
le de verkenningsdienst, wellicht op grooten afstand van de
eigen troepen
2e het beletten van de verkenning door de vijandelijke cavalerie;
3e de beveiliging van de eigen troepen;
4e de ordonnansendienst;
5e de stafwacht.
Geen betoog zal noodig zijn om de overtuiging ingang te doen
vinden, dat dit alles onmogelijk verricht kan worden door 500
cavaleristenzelfs niet al ware het operatietooneel zeer beperkt,
bv. bij een landing te Tg. Priok-Tjilintjing en concentratie van
ons leger bij Weltevreden.
Men stelle zich echter voor ons leger bij Weltevreden gecon
centreerd en de vijand landende ten JST. W. van Tangerang
(25 K.M. van Weltevreden).
Aannemende, dat het gezonde beginsel voorzit den vijand zoo
dra mogelijk aan te vallen, dus het leger in beweging te brengen
1) a. Het le Jap. leger beschikte aan de Jalu over 72 veld-, 36 bergvuurmonden en
30 houwitsers op 30000 man infanterie, dus ruim 4I/2 vuurmond op 10C0 man. Het
tegenover hen staande Russische detachement had 48 veldvuurm. op 16 bataljons inf.
benedens 8 mitrailleurs.
b. In Manschurije bij het le en 2e leger 6 stukken op 1000 man, doordat zij be
schikten over een artilleriereserve van 18 batterijen per 3 divisiën. (M. W. Ho 123/1905).
2) Aan de Jalu had het le Jap. leger 450 sabels op 10000 man inf.; het Russ. de
tachement 17 eskadrons op 16 bataljons.
I. M. T. 1906. 35