795 Het idéé van den Chef d'escadron d'artillerie Warin om het gewicht van het kanon te vermeerderen door over het eigenlijke kanon een lossen mantel te schuiven, kon niet verwezenlijkt worden, omdat bij warm worden van den vuurmond klemming zal ontstaan. Wilde men deze klemming ontgaan, dan moest te veel speelruim te tusschen mantel en kanon gelaten worden, waardoor het ka non in den mantel zou rammelen en tengevolge van den terug stoot beschadigingen zouden ontstaan, terwijl ten slotte de juist heid van het schot er door zou lijden. Het denkheeld van den Generaal Körner om den mantel doos- vormig te maken, als aangegeven in het artikel "Nieuw Bergge- schut" 1), werd terzijde gesteld, omdat de vuurhoogte hierdoor grooter zou worden, (met het oog op de stabiliteit te vermijden) nog klemming zou kunnen ontstaan dan wel de speling groot genomen zou moeten worden. Het toepassen van den kapvorm maakt, dat klemming wordt uitgesloten door aan weerszijden voldoende speelruimte te geven, terwijl de speling boven en beneden, door het aanwenden van meerdere kragen tot een minimum beperkt werd, zoodat deze op de juistheid van het schot een minimale invloed uitoefent. C. Bovenaffuit. Deze bestaat uit de wieg met slede voor het kanon, met rechts aan de wieg bevestigden remcylinder met overgeschoven spiraal- veer en links een cylinder voor de voorhaalveeren. Het was niet mogelijk den remcylinder in de wieg aan te bren gen met het oog op de kleine vuurhoogte, waardoor de elevatie aan het stuk te geven beperkt zou werden. Hierom werd overgegaan tot het plaatsen van een remcylin der met één veer aan de eene, en van een cylinder met voor- haalveeren aan de andere zijde. De werking van den remcylinder is als vroeger beschreven 1). Door Schneider et Cie. wordt bij het nieuwste berggeschut een zelfde constructie toegepast. Op de slede, d. i. met de slede, loopt het kanon in de wieg 0.75 M. terug. 1) I. M. T. 1905 blz. 357.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 309