520 in de richting van de landingsplaats, waarheen wegen voeren in W. richting over Tangerang (postweg) en in N. W. richting over Kampong Melajoe (niet verharde weg), welke beide plaatsen door een niet verharden weg verbonden ongeveer 12 K.M. van elkaar verwijderd zijn; voorts, dat de Tangerangrivier in den drogen moesson op meerdere plaatsen doorwaadbaar is, dan be- rekene men hoeveel cavaleristen noodig zonden zijn bij het veld leger; voor de diensten genoemd onder punt 2,3,4 en 5; niet over dreven schijnt mij de bewering, dat alleen daarvoor onze cavalerie in haar geheel noodig zal zijn. En nu de verkenning van den vijand, de basis waarop de be velhebber zijn plannen moet ontwerpen? 1). Zelfs in den Z. Afr. oorlog bleek, dat Engelsche officierspa trouilles, welke niet gesteund konden worden door gesloten eska drons en deze weder door het gros van de cavalerie (met art.), absoluut niet in staat waren berichten in te winnen. Ook als we aannemen, dat de vijandelijke cavalerie de eerste dagen niet beschikbaar is voor den verkenningsdienst, noch om dien aan ons te beletten, zoodat ons snel oprukkend leger de diensten onder punt 2,3,4 en 5 niet van de cavalerie behoeft te vergen en deze dus in haar geheel uitsluitend met de verkenning kan worden belast, dan nog schijnt mij haar sterkte onvoldoende, zoowel wegens de zeer geringe vuurkracht, die zij kan ontwik kelen, als ook in verband met de uitgestrekte terreinstrook, die rondom het landingspunt bezet zal worden. Mocht echter de oorlogstoestand van dien aard zijn, dat de vijandelijke cavalerie voldoende tijd heeft gehad om zich te her stellen van de zeereis, vóórdat de onze haar ontmoeten kan, dan zal er geen sprake van zijn onze cavalerie de diensten te laten verrichten onder punt 1 t/rn. 5 bovengenoemd. Grootere sterkte is gebiedend noodig, of beter nog een ver kenningskorps is gewenscht, dat alleen aan cavalerie reeds min stens 4 eskadrons 2) sterk moet zijn, doch waaraan bovendien 5) .Une armee supérieure en cavalerie aura toujours l'avantage de bien oouvrir ses mouvements, d'etre tres instruite des mouvements de ses ennemis et de ue s'engager qu'au- tant quelle le voudra" (Napoleon). •2) Volgens Balck Is het gewensolit, wil men in oorlogstijd met 4 eskadrons kunnen uitrukken, er in vredestijd 5 te hebben, ten einde vóór het uitrukken bij het 5e (dan depot-eskadron) alle tijdelijk minder geschikte paarden te kunnen ruilen; een eskadron dient in vredestijd 140-150 paarden te tellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 30