804
e. Raden.
In doorweekte terreinen was het beproefde K. T. stuk eenigs-
zins in het nadeel bij het tegenwoordige geschut, hetgeen ge
weten werd aan het dieper inzinken tengevolge van het meerdere
gewicht, doch ook voor een groot deel aan de kleinere raden.
De middellijn dezer raden was 80 c.M., die der raden van het
project 67.5 c.M. de middellijn grooter te nemen gaat niet, omdat
de vuurhoogte hierdoor vermeerderen zou, hetgeen om later te
vermelden redenen niet mogelijk is.
Tegemoetkomen aan het euvel moet dus gezocht worden in
verbreeden van den radband.
De breedte van den radband is respectievelijk bij het tegen
woordige berggeschut, het proefkanon 7 c.M. L/14, het project
en het proefkanon 7 c.M. L/28, 5, 4.5, 5 en 6 c.M.
De radbreedte zou bij het project gevoegelijk tot 6.5 c.M. zijn
op te voeren, zonder het gewicht van het rad belangrijk te doen
toenemen. (Zie hierover ook later).
Het inzinken zal dan niettegenstaande de geringe middellijn
minder worden. Ook hier zullen nauwgezette proeven dit moe
ten aantoonen.
B. Vervoer.
a. Getrokken vervoer.
Aangezien de Commissie van oordeel is, dat het kanon in
normale omstandigheden zonder achterstuk „getrokken" vervoerd
behoort te worden, moet de achterste verbindingsplaat van de
vooraffuit hiertoe worden ingericht.
Het vervoer kan dan verder plaats hebben
1. met de wieg en het kanon op de affuit;
2. met de wieg op de affuit; het kanon opgeladen;
3. met de leege vooraffuitwieg en kanon opgeladen.
Verwacht men elk oogenblik in stelling te moeten komen, of
wordt een voorbereidende stelling ingenomen, van waaruit met
dieren in batterij gekomen wordt, dan wordt de achteraffuit aan
de vooraffuit verbonden.
Hiertoe zal om het tegenwoordige lemoen te kunnen bezi
gen het affuitoog van de achteraffuit moeten vervallen en de
bevestiging van het lemoen aan de achteraffuit, evenals aan