808
kanon hebben geen praktisch bruikbare, doch slechts een denk
beeldige, betrekkelijke waarde voor de ballistische eigenschappen
eener kruitsoort onder bepaalde omstandigheden, omdat men de
gemiddelde gasspanning met de gemeten maximale gasspanning
vergelijkt. Terwijl deze verhouding in het kanon bij zwartkruit
1:2.5 3.0 bedroeg, werd zij bij rookzwak kruit tot 11.4 terug
gebracht 1).
Het gewicht van den vuurmond hangt in hoofdzaak af van
de verlangde uitwerking en van de voor de constructie van het
geschut gebezigde metaalsoort.
Enkelvoudige vuurmonden moeten zwaarder zijn dan saam-
gestelde vuurmonden. De grens van veerkracht in een staaldiaad-
kanon ligt belangrijk hooger dan bij een mantelkanon. Bij een
mantelkanon heeft dat met het grootst aantal lagen het grootste
weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen wordt dan het
grootst door de lagen dezelfde dikte te geven.
De nieuwste constructies van kanonnen geven aan, dat bij een
projectielgewicht van 6.4 K.G. en een V0 van 550 M. een kanon
gewicht van 350 K.G. voldoende geacht wordt. Zelfs kan men be
neden dit gewicht gaan, wanneer men voor afmetingen en gewicht
slechts rekening te houden had met den gasdruk in den loop.
De toepassing van brisantgranaten maakt echter, dat de loopen
sterker genomen moeten worden, dan zij dit met het oog op den
gasdruk behoefden te zijn, om ze springzeker te maken, d.i. om
springen bij ontploffen van een B. G. in den loop te voorkomen.
Wij hebben ons bij ons betoog onthouden van het noemen van
cijfers, omdat dit tot niets leidt en het Tart de grouper les chif-
fres ook hier van toepassing is, hoewel een stroom cijfers niet
nalaat immer een grooten indruk te maken.
Wij erkennen echter, dat wij op het verlangde rendement van den
saamgestelden vuurmond belangrijk hebben moeten laten vallen.
Neemt men voor den saamgestelden vuurmond, kanon ballast-
mantel, 212 K.G dan is het rendement per K.G. 242 K.G. M.,
dus ongeveer het cijfer door den Heer Muurling aangenomen 2).
Het rendement per K.G. van de terugloopende massa is echter
200 K.G. M. tegen 467 K.G. M. per K.G. van het eigenlijke kanon.
1) Kor zen-K ülm, "Waffenlehre, Heft I, Schiesswesen, blz. 12.
2) I. M. T 1905 blz. 829.