814 te verkrijgen, blijkt uit de regels voor het beschieten van zulke batterijen en in het Nederlandsche voorschrift aangegeven. Nadat de regeling van het vuur zoo nauwkeurig mogelijk is geschied, wordt op de afstanden, waarop uitwerking verwacht kan worden, met verschillen van 25 M. meer of minder, ge strooid door afgeven van lagenvuur en snelvuur. Daar het er op aan komt om treffers te krijgen op de schilden, is een zeer nauwkeurige regeling van het vuur noodzakelijk. Daar het echter zeer moeilijk is een zoodanigen graad van nauwkeu righeid te verkrijgen, gaat men over tot het strooien over een diepte van 50 M. Waarom men bij het gebruik van G.K. lage springpunten wenscht is in het voorschrift niet aangegeven. Waarschijnlijk echter tracht men treffers te verkrijgen op de schilden, welke niet vernield kunnen worden door G.K., welke hoog in de lucht springen. Een G. K., die in de .onmiddellijke nabijheid van een schild springt, kan daaraan nog groote schade toebrengen, terwijl het ook niet uitgesloten is, dat G. K. L. S. als vol projectiel tegen de schilden werkt 1). Het Duitsche schietvoorschrift voor de veldartillerie werd ook met het oog op het beschieten van schildbatterijen gewijzigd. Onder het hoofdstuk „Vuren onder bijzondere omstandigheden" wordt de te volgen methode behandeld. „De aard van de schildbatterijen eischt het treffen vana. het niet door de schilden gedekte deel5. het door de schilden ge dekte deel van de bediening. ad a. Het niet gedekte deel der bediening is grooter dan men denkt of op de schietterreinen door schijven kan voorstellen. Hiertoe behooren: overbrengers van meldingen en bevelen; man schappen, die gewonden wegdragen; doela an wijzerssectiecom mandanten; organen der hoogere staven; in latere gevechtsmo menten munitie-aanbrengers. Ook zal gedurende het gevecht nu en dan ook wel eens een der bedieningsmanschappen een gedeelte van het lichaam bloot geven. Tegen al deze doelen behoeft de gebruikelijke methode van vuren geen wijziging. Dus Bz schieten op twee, 100 M. uiteenliggende afstanden. 1) Mil. Speet. 1906 blz. 34—85.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 328