523
De kans bestaat echter, dat onze tegenwoordige vloot hier
voor niet berekend is.
Voorts hebben we rekening te houden:
le met het feit, dat de bestuurszetel zich in West- en onze
eenige oorlogshaven zich in Oost-Java bevindt, slechts verbon
den door een enkele spoorlijn;
2e met den strategisch ongunstigen vorm van Java, waarvan
het smalle middengedeelte juist in oorlogstijd zoo belangrijk
wordt door de aanwezigheid van twee havens, verder door de
ligging van evengenoemden spoorlijn in de nabijheid van de kust,
en met een bevolking, die grootendeels nog onder Inlandsch be
stuur staat.
De mogelijkheid bestaat dus, dat zich de behoefte doet ge
voelen ons leger te verdeelen over W-, M-. en O.-Java en dus,
dat de hoofdmacht dan tot op maximum 3/4 van hare sterkte
wordt teruggebracht.
Is deze hoofdmacht dan in W.-Java opgesteld, dan zullen toch
ook daar detacheeringen niet achterwege kunnen blijven, met
het oog op gelegenheid tot landen op ver van elkaar en van
Batavia gelegen punten.
Blijkt uit het vorengaande derhalve, dat de totaalsterkte van
het leger, zelfs in het gunstigste geval, gering is te noemen,
bepaald onvoldoende is zij wat betreft de hulpwapens, vooral van
de cavalerie, die vermoedelijk zelfs niet in staat is den verken-
ningsdienst naar behooren te verrichten.
Niet te vergelijken toch is deze toestand met dien van het
Japansche leger in Manchourije. Wel was de sterkteverhou
ding der cavalerie even ongunstig voor de Japanners, als bij
ons bij het optreden tegen een B. V., maar de Russ. cavalerie was
slecht enwerd dikwijls in het geheel niet gebruikt, terwijl daar
enboven de Japanners beschikten over een uitstekend spionnen-
stelsel 1).
De vraag is of wij op onze spionnen vermoedelijk alleen
Inlanders voldoende zouden kunnen vertrouwen en of wij er
in genoegzaam aantal zouden kunnen krijgen, vooral als een Azia
tische mogendheid onze tegenstander mocht zijn.
1) Zio hieromtrent in de rubriek „Varia" in de voorgaande aflevering blz. 499.
Red.