- 826 mogen worden gerekend en met wie hij steeds Maleisch sprak, de in die taal geschreven reglementen. Herhaaldelijk kwam het voor, dat zij een woord niet begrepen en vroegen zij den in structeur om het Hollandsche woord te noemen, waartoe deze meestal slechts met behulp van een woordenboek in staat was. Me dunkt, dit spreekt. Men wenscht reglementen, die door de Inlanders kunnen wórden- gelezen en begrepen; de tegenwoordige voldoen aan dien eisch niet. Javaansche reglementen zouden weer door de officieren- en Europeesche onderofficieren niet aan de Inlanders kunnen worden onderwezen en men zou dan bovendien voor de Am- boineezen, Soendaneezen enz. weer andere moeten hebben. Zoo lang de Maleische reglementen niet zoodanig gewijzigd worden dat Inlanders en Europeanen ze kunnen begrijpen komt het mij alleszins gewenscht voor ze, althans die voor, Cavalerie en Artil lerie (waar alle Inlanders Javanen zijn) te vervangen door Ja vaansche. Hoewel boeken en geschriften als regel in het Hoog Javaansch worden geschreven, zoo zouden toch dunkt mij een- voudigheidshalve de reglementen in het Laag Javaansch kunnen overgezet worden. Houdt men Maleische reglementen, maar brengt men ze over in laag-Maleisch, dan is de moeielijkheid gedeeltelijk overwon nen, echter niet geheel want ook in die taal heeft men kleine plaatselijke verschillen. De een begrijpt soms een woord niet, dat de ander heel gewoon vindt. De taak van den vertaler zou niet licht zijn. Spreekt de Inlander Hollandsch, welnu dan zijn de Holland sche reglementen voldoende voor hem en de moeielijkheid is geheel overwonnen; bovendien op een goedkoope wijze. De Inlandsehe recruut spreekt echter geen Hollandsch en zou dus de reglementen niet kunnen gebruiken, edoch dit is minder noodig en tegenwoordig is ook het Maleisch aan den recruut veel al vreemd. De zaak van het Hollandsch spreken der Inlanders besprekende, werd de tegenwerping gemaakt, dat wij in de nabijheid van den Inlander niet meer zoo vrij in onze uitingen zouden zijn. Ik acht dit bezwaar geheel denkbeeldig en bovendien, weet men, dat de Inlander ons verstaat, dan neemt men zich wat meer in acht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 340