OVER DOBBELEN IN HET LEGER EN NOG WAT. Met Plaat XXVI. 1. Bij sommige gelegenheden kan de commandeerende officier het spelen binnen het kampement toestaan (Reglement Inw. Dienst). 2. Met eene geldboete van 16—25 gulden worden gestraft: die, daar toe niet gerechtigd op de straten, wegen, pleinen en andere openbare plaatsen hazardspelen houdt of daar aan deelneemt (Algemeen Politie- Strafreglement voor Inlander). Het is aan Kromo, wien het leven in de dessa door allerlei, en dikwijls lang niet onschuldige avonturen onmogelijk is geworden, en die daarom zijn hoofd aan de compagnie verkoopt („djoewal kapala" zooals hij zelf zegt), niet onbekend, dat hij daarvoor in ruil eenige voorrechten koopt, die hij dankbaar aanvaardt. Onder die voorrechten moet in de eerste plaats genoemd wor den het naar hartelust kunnen toegeven aan zijn hartstocht voor het spel. Met, dat hij zich van dat genot in de kampong geheel en al moest spenen al is het ook officieel verboden daar niet van, maar het ontbrak onzen jeugdigen adspirant-koloniaal meestal aan de noodige contanten, en zonder „Mozes en de Pro feten" is er aan het spel geen aardigheid. Maar in zijn nieuwe betrekking wordt hem dat alles ruim schoots vergoed. Was in de dessa steeds het dobbelen verboden, en kon hij dus slechts in 't geniep den tol laten draaien, bij de compagnie wordt hem, meestal eiken Zondag en verder bij alle mo gelijke feestelijkheden als trouwpartijen, bevallingen, enzvolop gelegenheid geschonken om op zijn gemak te dobbelen. Boven-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 344