838 3. Zoowel de onder 2 b. bedoelde gezinnen, als de vrouwen en kinderen, die in de onder 2 d. gezegde tijdelijke wijkplaatsen zijn aangetroffen, worden zoodra mogelijk aan het bestuur overgegeven. 4. Bij wanbetaling eener boete kunnen, op verzoek van en in overleg met het bestuur ter plaatse, eenige voorname mannelijke personen ter gijzeling in arrest worden genomen. Behandeling der bevolking. 5. In algemeenen zin behoort de Atjehsche bevolking zoo menschlie- vend mogelijk behandeld te worden en van militaire zijde hulp en steun te ontvangen tegen de bendehoofden en benden, welke ten haren koste leven en de bevolking brandschatten. Het streven moet ten allen tijden zijn, om rust en veiligheid geen angst onder de bevolking te brengen. In de bewoonde streken wordt dan ook slechts daar, waar de nood zakelijkheid het eischt, van de vuurwapens gebruik gemaakt. De hoofden moeten steeds met onderscheiding behandeld worden. 6. Het verbranden van gampongs, bede- of woonhuizen der bevolking, is onder alle omstandigheden ten strengste verboden. Zelfs bij excursiën in streken, die verlaten zijn, mogen alleen tijdelijke verblijven buiten de gampongs van bendehoofden en hunne benden, alsmede loodsen en gebouwen binnen vijandelijke versterkingen 1) verbrand worden. 7. Vijandelijke schuilplaatsen in het gebergte of tijdelijke wijkplaatsen van uitgewekenen moeten steeds geheel worden vernield en opgeruimd. Over alle voorraden in die vijandelijke nederzettingen wordt vrijelijk beschikt. 8. Ov-dtfal, waar in de bewoonde streken over voldoende sawahs wordt beschikt voor den rijstbouw, is het aanleggen van ladangs in het gebergte verbodentot het aanleggen van dergelijke ladangs moet door den bestuurs' ambtenaar schriftelijke vergunning zijn gegeven. 9. Wanneer troepen nachtverblijf houden in bewoonde gampongs, wordt het ontruimen van woningen of het maken van tijdelijk logies geregeld in overleg met de aanwezige hoofden, op zoodanige wijze, dat de bevol king zoo min mogelijk overlast ondervindt, terwijl zij voor het gebruik der woningen of het c. q gekapt materiaal schadeloos moet worden gesteld. Heeft een troep levensmiddelen noodig, dan moeten deze worden gekocht, zoo mogelijk tegen contante betaling, of anders op bons, in dit geval met vermelding van de plaats, waar betaling kan worden verkregen. Indien de gampongs, waar nachtverblijf gehouden wordt, verlaten zijn, mag vrijelijk beschikt worden over de woningen tot logies en bouwmate riaal gekapt worden, terwijl op aanwezige padivoorraden, en zoo noodig ook op vee, beslag mag worden gelegd voor eigen gebruik. 1) Hieronder natuurlijk niet te begrijpen Koeta's van hoofden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 352