525
een bondgenoot te kunnen hebben, waartoe in de eerste plaats
gerekend moet worden het bezit van een voldoend bruikbare
oorlogshaven.
Soerabaja, dat voor schepen van 5000 ton reeds onvoldoende
capaciteit bezit, zal geheel ongeschikt zijn als oorlogshaven, nu
elke mogendheid zijn schepen gaat vergrooten (Japan 19000 ton,
England 18000, Ver. Staten 17000 ton, Duitschland en Frankrijk
minstens 16000 ton).
Het bezit van een moderne oorlogshaven, bijv. zooals Amerika
er een in de Philippijnen bouwt, is in de eerste plaats een eisch.
De juistheid van het voorgaande erkennende en aannemende,
dat nimmer gelden beschikbaar zullen zijn voor versterking van
leger en vloot (oorlogshaven) tegelijkertijd, schijnt het ratio
neel, niet met het leger, maar met de vloot in Indië een begin
te maken.
Waar nu echter de totale militaire uitgaven bij den bestaan-
den finantieelen toestand onmogelijk opgevoerd kunnen worden,
blijft er m.i. slechts één weg open
le het moederland drage de verdediging op aan het leger, bij
gestaan door een eenvoudige torpedovloot en een mijndienst; en
2e het Indische leger worde uitsluitend en alleen ingericht met
het oog op den I.V. De alsdan ter beschikking komende gel
den worden besteed tot versterking van de Nederlandsche vloot,
die uitsluitend belast wordt met de verdediging van Indië. Daar
voor behoeft zij een oorlogshaven, tevens geschikt voor een even-
tueelen bondgenoot.
Dat het Indische leger, uitsluitend met het oog op den I.V.
veel eenvoudiger ingericht kan zijn dan thans, zal vermoedelijk
wel niet betwijfefd worden.
Omtrent de kwestie van een bondgenoot nog het volgende.
De vrede van Portsmouth, het hernieuwde Engelsch-Japan-
sche verbond en de geniale reorganisatie der Engelsche marine
zijn oorzaak, dat de toestand in O.-Azië voor het oogenblik be-
heerscht wordt door deze beide mogendheden.
Terwijl Japan in O.-Azie een Krachtige vloot heeft, beheerscht
Engeland volkomen den kortsten weg daarheen. De Engelsche
slagvloot toch is thans verdeeld in 3 deelen, te Portland (Kanaal-