850
33. Het kaliber van het snelvuurgesehut, alsmede dat der geweren moet
gerekend worden de kleinste grens te hebben bereikt
34. Naast het bestrijkende vuur is beslist ook het worpvuur noodza
kelijk toch is de lichte houwitser, die beide vuursoorten in zich vereenigt,
en zich als een zeer werkdadige geschutsoort heeft doen kennen, niet vol
doende voor alle opdrachten in den veldoorlogde uitrusting van het leger
met voldoend beweeglijke zware houwitsers is daarom onvermijdelijk.
35. De machinegeweren zijn een onontbeerlijk strijdmiddel geworden;
hunne spoedige invoering is een onafwendbare noodzakelijkheid.
36. Het taktisch verband zal zonder dringende redenen niet verbro
ken worden; de daarmede gepaard gaande onregelmatigheden oefenen op
de slagvaardigheid een ongunstigen invloed uit.
37. Geheimhouding van eigen omstandigheden, organisatie, operatiën
enz., het op een dwaalspoor brengen van den tegenstander zijn daad
werkelijke middelen tot het verkrijgen van succes.
38. De voor het juist funetioneeren van het legermechanisme zoo noo-
dige vlugge omzetting van het bevel in de daad, verleent aan de ge
meenschapsmiddelen als telefoon, telegraaf, draadlooze en optische tele-
graphie, benevens seindienst groote waarde.
39. Het spaarzame, groepsgewijze vasthouden van steunpunten is
doelmatiger dan het gelijkmatig sterk bezetten van aaneengesloten liniën.
40. Een goede verpleging verhoogt de physieke en moreele waarde
van het leger. Als krachtig middel hiertoe hebben zich de veldkeukens
der onderafdeelingen leeren kennen.
Hoefbeslag zonder nagels.
Zooals bekend, is het gebruikelijke hoefbeslag het aanhechten van
het hoefijzer middels nagels aan de hoefwanden reeds verouderd en
bovendien zeer schadelijk voor den hoef. Dit treedt bijzonder aan het
licht bij edele paarden, die over het algemeen dunnere hoefwanden bezit
ten dan hun rasgenooten van lagere afkomst. Eenpaarden moeten bo
vendien herhaaldelijk van ijzer wisselen, daar voor elk rennen een bijzon
der renijzer wordt aangelegd, dat na afloop weder met een gewoon ijzer
verwisseld wordt. Door dit aanhoudend verwisselen van het ijzer wordt
de hoef beschadigd.
Om dit nadeel te vermijden heeft men zooals vroeger ook reeds meer
malen een wijze van bevestiging van het ijzer aan den hoef trachten
te vinden, die zonder nagels in den hoefwand te slaan, kan plaats vinden.
Dit jongste hoefbeslag wordt door de Scient. Am. hoefijzerdrager genoemd.
Het wordt aan één stuk uit week staal tot de gewenschte dikte gewalst,
en dan in den vereischten vorm gebogen. De drager heeft aan het voor-