864 mendapo; in Soengei Tenang bestuurt de pamoentjak recht streeks de mendapo Kota Tapoes. De pamoentjaks worden terzijde gestaan door helpers met den titel van merahnanti. Mendapo-, doesoen- en soekoe bestuur zijn in deze landschappen samengesteld als in Korintji; de keleboehoofden dragen hier den titel van pamangkoe. De verkiezingen hebben op overeenkomstige wijze plaats. c. Belastingen. Inkomsten cler hoofden. In Korintji, Serampas en Soengei Tenang worden geen gere gelde belastingen in geld geheven. Vordert een algemeen belang geld, dan stelt het mendapo- hoofd de door iedere doesoen op te brengen som vast, welke dan over de keleboe's dier doesoens wordt omgeslagen. De inkomsten der hoofden zijn gering, zoodat deze meestal door veeteelt en handel in bun onderhoud voorzien. Hunne inkomsten bestaan in 1. opgelegde boeten (geheel of gedeeltelijk); 2. gerechtskosten (oewang serah of tandakasoeman), welke bij vooruitbetaling moeten worden voldaan; 3. het bewerken hunner velden en tuinen door eiken vol wassen mannelijken onderhoorige gedurende 4 dagen sjaars (is afkoopbaar voor f 0 25); 4. de boenga tanah, zijnde een cijns van 1 voor elke gewonnen thaii goud (waarde 60); 5. de pesembaen, zijnde eene geringe betaling door vreemde lingen voor de vergunning tot het ontginnen van woeste gronden 6. de boenga kajoe, zijnde eene heffing van 12|% op het winnen van getah en sommige andere boschprodukten. d. Rechtspraak. Op de rechtspraak schijnen de voorschriften van den Koran geen invloed te hebben; de geestelijkheid neemt daaraan geen deel, zelfs neemt de rechter den eed op den Koran af. Met de rechtspraak zijn alle hoogere en lagere bestuurshoofden belast, ieder in hun gebied.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 380