867 Het reeds vrij aanzienlijk getal leden der verschillende gods dienstige Arabische genootschappen neemt voortdurend toe. in dit landschap treft men in elke doesoen, al naar hare grootte, een masdjid of een mendarsah (soerau) aan. In Serampas en Soengei Tenang treedt de Islam veel minder op den voorgrond. In Serampas ontbreken bedehuizen geheel, in Soengei Tenang bevinden zich slechts 2 masdjids en 1 soerau. Adat. Het familierecht wordt beheerscht door de matriarchale instellingen van de Menangkabausche soekoe 's, waarvan de soekoe 's dezer landschappen afkomstig zijn. Beiuapening. De bewoners der drie landschappen loopen steeds gewapend. De gebruikelijke wapenen zijn de pisau raoet, pa rang panejang, sewar en daarmede overeenkomende roedoes (klewangs), kris, pedang beladang (smal en puntig uitloopend), pedang pandjang, korte en lange lansen. Voorts komen vele geweren, meestal van oude modellen en ook slingers voor. Buskruit van slechte kwaliteit wordt in Korintji zelf gemaakt, niet in de andere landschappen. Ook wordt Europeesch jachtkruit ingevoerd. Een enkele berichtgever meldt nog de aanwezigheid van lila's. Gebruiken bij onderlinge oorlogen prang beradat). Het houden van een offermaal, bestaande uit een karbouw en 100 hoelak's rijst is een onfeilbaar teeken, dat de oorlog is verklaard en dat men zich ten strijde uitrust. Alsdan wijst de „doekoen prang'' de onkwetsbaren aan, die met hoeloebalangs en panglima's aan het hoofd zich naar het gevechtsterrein, meestal een nabij gelegen sawah, zullen begeven. De hoeloebalangs en de hadji's zijn te herkennen aan de egale kleur hunner kleeding (wit, rood of zwart); de overige strijders dragen bij hunne gewone kleeding vlaggetjes van ver schillende kleuren op den rug. De kwetsbaren blijven tot een voor hun gunstiger dag als reserve thuis of bezetten de versterkingen. Zoodra de oorlog is verklaard, wordt de omwalling van de doesoen hersteld en tot verdediging geschikt gemaakt. Die omwallingen bestaan uit ophoopingen van graszoden en zijn een enkele maal voorzien van bamboezen schietgaten en van randjoes.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 383