868
Van deze randjoes zijn twee soorten in gebruik. De eerste
bestaat uit scherp aangepunte bamboestokjes, ter hoogte van
M., welke in de omwalling worden geplant; de andere soort
uit 3 in het midden aanéén verbonden, aan beide uiteinden
scherp aangepunte bamboestokjes ter lengte van een span; deze
worden op het terrein verspreid vóór den wal geworpen.
Met het doel omtrekking der doesoen te verhinderen, worden
aan weerszijden daarvan nog de zoogenaamde Kota s piang
aangelegd, zijnde omwallingen vau graszoden, in een vieikanten
vorm aangelegd.
De strijd kenmerkt zich door een schieten in het wilde en
wordt veelal na het vallen van enkele dooden of gewonden met
onderling goedvinden der partijen tot een anderen dag uitge
steld of geheel gestaakt. Het vredesteeken is een witte vlag.
Voorkomende oorlogshandelingen zijn nog:
onverwachte nachtelijke aanvallen, vergiftigen van drinkwater
met de vrucht van den arènpalm of de vrucht van de djilatang-
plant, en, in zeldzame gevallen, het verbranden der vijandelijke
doesoen.
Genotmiddelen. Het rooken en sirihkauwen zijn algemeen,,
zoowel voor mannen als voor vrouwen en kinderen. Kopi daoen
is een geliefkoosde volksdrank. Opiumgebi uik komt nagenoeg
niet voor.
In Serampas en Soengei Tenang wordt gegiste sagoeweer
gedronken.
Voeding. Het hoofdvoedsel is rijst; als lekkernijen gelden
verschillende toespijzen van vleesch (van kaï bouwen, geiten of
herten) en groenten of vruchten (doerian), soms ook van visch
en gevogelte.
Inrichting van doesoens en huizen. De erven en de doesoens
worden afgesloten door levende of doode heggen, die dienen om
karbouwen en wilde varkens te weren. Soms zijn die heggen
geplaatst op een aarden wal van ongeveer 1 meter hoog, waar
voor dan nog een droge sloot van 1 a 1| M. diep wordt ge
vonden. Yan sommige doesoens (o. a. van Lempoer) is bekend,
dat zoo wel deze sloot als de aarden wal van grooter afmetingen
zijn en dus beter voor verdediging geschikt zijn.
Bepaalde versterkingen schijnen overigens in gewone omstan-