529 a de reglementen en voorschriften en dus ook het oefening stelsel nog niet volkomen gebaseerd konden worden op de erva ringen opgedaan in den Z.-Afrikaanschen (en vooral ook Russ.-Jap.) oorlog, welke nu eerst in voldoende mate bekend worden b de bewapening van de veld-artillerie verouderd is; c de sterkte der cavalerie te gering is om naar behooren haar veel omvattende, moeilijke taak kunnen vervullen, weshalve op richting van bereden inf. afdeelingen noodig is, zoowel tot ver sterking van dat wapen, als tot het verrichten van den veilig heids- en ordonnansendienst bij het leger; d invoering van mitrailleurs noodzakelijk is tot steun der zwakke inf. bataljons, hoofdzakelijk bij den strijd op groote afstanden e een moderne opleiding in de eerste plaats jaarlijksche manoeu vres eischt, doch tevens uitgebreide schietterreinen tot opleiding resp. van hoogere.en lagere aanvoerders en van den troep; f sein- en treinafdeelingen opgericht dienen te worden, de eer sten om het aantal ordonnansen tot een minimum te beper ken, de laatsten om het leger de zoo noodige bewegingsvrijheid te verschaffen g de uitrusting van het kader met kijkers en van de infanterie met de schop noodig is gebleken voor het moderne gevecht. Uit het voorgaande volgt, dat slechts met belangrijke finantieele offers het leger voor zijn taak tegen den R. V. berekend te maken ïs, doch ook zelfs dan zal het een „zwakke macht" blijven. Waar echter op die offers voorloopig niet valt te rekenen en dus de verdediging van Java opgedragen moet worden aan een onvoldoend sterk leger en te zwakke vloot, terwijl het overige deel van den Archipel onverdedigd blijft, daar dient de vraag gesteld te worden, hoe wij Indië kunnen behouden. Houdt men alléén rekening met den oogenblikkelijken staat kundigen toestand, dan is men geneigd te veronderstellen, dat Engeland—Japan in deze de beslissing in handen hebben. Ziet men echter hoe men alom bezig is met den bouw van groote vloten en houden we rekening met het feit, dat met de voltooiing van het Panamakanaal een andere weg naar O-Azië geopend wordt, zoodat de politieke toestand daar voor wijziging vatbaar is, dan is er uitkomst mogelijk, indien ook wij beschik ken over een krachtige vloot in Indië.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 39