892
Ruimer werd de exped. macht van genietroepen voorzien.
Doelmatig uitgerust, mochten van deze technische afdeelingen
belangrijke diensten verwacht worden bij het verbeteren van
opmarsch- en aanvoerwegen, het slaan van bruggen geschikt voor
zware lasten, eventueel behulpzaam zijn bij het vervoer van het
zware geschut (waarbij trouwens ook een pionier afd. was inge
deeld) en vooral bij het opruimen van muren in oogenblikken,
wanneer de houwitsers moesten zwijgen. Drie sectiën werden
noodig geoordeeld.
Was hiermede het strijdend gedeelte behoorlijk georganiseerd,
niet minder zorg moest besteed worden aan een geëigende in
deeling der hulpdiensten, w. o. in de eerste plaats te noemen
de treinen. Wilde men zich vrijwaren voor tegenslag als in '68
ondervonden, zoo kon men niet anders dan dwangarbeiders ge
bruiken bij de korpstreinen, hoeveel moeite het wellicht ook
zou kosten het benoodigde aantal bijeen te krijgen, nu de talrijke
te velde ageerende troepen en andere gouvernementsdiensten
er zoo velen eischten. Beperking was dus ook hier geboden
Niet alleen, dat streng doorgevoerd werd slechts die onder
deden van korpstreinen te voorzien, welke er onmogelijk buiten
konden, maar ook de sterkte dier korpstreinen werd tot het
uiterste minimum teruggebracht.
Nieuw model kookgereedschap, dat door vijf dragers,in stede van
door acht, vervoerd kon worden gaf reeds een beduidende vermin
dering; verder werden geen reserve-munitie, kreebruggen en pio
niergereedschap bij de bataljons (wel de pionieruitrusting voor één
bat. in het veldpark der Genie) medegevoerd, moesten de officieren
zelf voor dragers voor hun bagage zorgen, zouden voor de adminis
tratie-kisten naar behoefte dragers uit den algemeenen trein wor
den aangewezen. Alleen voor de geneeskundige sectiën werd het
volle in de L. I. V. aangegeven dragerspersoneel uitgetrokken.
Zoodoende werd het aantal benoodigde dragers teruggebracht
tot 518, waaronder 23 mandoers.
Voor algemeenen trein werden voorde daaraan op te dragen
diensten 250 draagpaarden en 700 koelies noodig geacht,
waarmede in elk geval het vervoer van vier dagen vivres voor
de expeditionnaire macht en van het zware geschut met bij-
behoorende munitie verzekerd was.