908
geen handel in landbouw-of veeteelt-producten, alleen die in
gongs en potterij heeft eenige beteekenis.
Men mag daarom aannemen, dat, zoo er al weerstand geboden
zal worden, deze niet ernstig gemeend zal zijn en dat de op
niet meer dan 35000 zielen geschatte bevolking-die anders als
bijzonder krijgshaftig en energiek bekend staat—den door het
Gouvernement gewenschten toestand zal aanvaarden, in de hoop
op rustiger tijden, waarin het zich ten volle kan wijden aan
de bebouwing harer vruchtbare sawah's, waarvoor overvloed
van water aanwezig is.
Kloengkoeng, gelegen op de zuidelijkste uitloopers van den
Batoer-kraterwand en van den G. Agoeng, is in het N. O. en
langs de Karang-asemsche grens heuvelachtig, doch vertnont ook
in de vlakte een zeer geaccidenteerd, voor troepenbewegingen
bijzonder lastig karakter.
De hoofdplaats Kloengkoeng ligt in rechte lijn nog geen 4 K. M.
van de kust op -j- 75 M. Zij telt bijna 3000 inw., is op vrij
sterk hellend terrein terrasvormig gebouwd en bevat tal van
poeri's er djro's. Aan den Z. O. hoek van de zich rechthoekig
snijdende Z.-N. en O.-W. verloopende hoofdstraten bevindt zich
de Poeri Semarapoera, verblijfplaats van den Dewa Agoeng, op
getrokken met bijzonder zware buiten- en binnen muren van
gebakken steen en leem. De wegen zijn vrij smal, 8 M,.
en van talrijke prigi's voorzien.
Yan uit Gianjar kan deze hoofdplaats bereikt worden langs
een vrij bruikbaren weg, tot Peteloean dezelfde, die naar Bangli
leidt. Het Gianjarsch gebied, waar de weg goed onderhouden
is, verlaat men bij het overtrekken der overbrugde T. Melangit
om aan te komen in de uitgestrekte Kloengkoengsche grens-
desa Bandjarangkan, waar de weg Zuidwaarts buigt om daarna
Oostwaarts over een paar ravijnen en door kampongs naar Tak-
moeng te leiden Yooral het diep ingesneden ravijn der T.
Boeboeh, welks Oostelijke wand voor beladen paarden moeilijk
begaanbaar is, vormt een ernstige bewegingshindernis, hoewel
over het eigenlijke, 10 M. breede, zeer diep uitgespoelde bed
der rivier een goede brug van klapperstammen ligt. Ook de
tusschen Takmoeng, waar de weg N. afbuigt, en Kloengkoeng
stroomende T. Djinah heeft zich een diep 20 M.) bed uitge-