917
Het behoeft, na het te voren vermelde, geen nadere toelichting,
dat van de bovengenoemde 4 hoofdtypen, A het gunstigst is',
zoodat om de andere vormen, zoo die onvoldoende resultaten bij
het schieten geven, te verbeteren, getracht moet worden ze tot
den vorm A terug te brengen.
Uit ervaring is bekend, dat oude loopen nog een goed treffer
beeld opleveren, wanneer het nauwe gedeelte van den vorm A
bij de monding zich over een lengte van 2 d.M. uitstrekt,
met een maximum middellijn van 6.60 m. M., of m. a. w. wan
neer de kalibermaat 6.61 tot 2 d.M. achter de monding aan de
achterzijde kan worden ingebracht.
Nu zal men de vraag stellen, maar het achterste gedeelte van
den loop is toch ook aan grenzen gebonden met 't oog op de
opstuiking van het projectiel Uit de goede uitkomsten van een
loop met genoemd kaliber aan het vooreinde blijkt echter juist,
dat bij een normale uitslijting van den loop aan de achterzijde
deze niet te wijd is.
De bovengenoemde kalibergrens voor een goed trefferbeeld is
zeer opmerkelijkindien de daar bedoelde lengte van 2 d.M.
slechts 1 d.M. bedraagt, of wel indien het kaliber over die
lengte slechts 0.01 rn.M. grooter is, geeft de loop, op hooge
uitzondering na, steeds onvoldoende trefkans en komen dwars-
treffers op de schijf voor. Dit sluit niet uit, dat loopen van den
vorm B, C of D, die over een grootere lengte dan 2 d.M. aan
de monding een kaliber van 6.60 of kleiner hebben, onvoldoende
kunnen schieten en dit dan ook dikwijls voorkomtbij loopen
van den vorm B en C in de eerste plaats en ook bij den vorm D.
Als grens voor een goed trefferbeeld zullen we in het onder-
volgende den eisch stellen, thans, voor zoover mij bekend is,
bij het wapen der Infanterie gebruikelijk, dat op 50 M.
bij een beeld van 10 schoten, alle 10 schoton in een vierkant
van 12 c.M. vallen of wel 8 dier 10 schoten in een vier
kant van 10 c.M. Indien een geschoten trefferbeeld daaraan de
eerste keer niet voldoet, moet een tweede geschoten worden.
Een hoofdvereischte om oude loopen met onvoldoende tref
kans, nog weer bruikbaar te maken, is dus deze terug te bren
gen tot den vorm A, indien ze althans overigens aan den bo-
vengenoemden kalibergrens voldoen. Men dient in zulke geval-
I. M. T. 1906