926
ten waarschijnlijk geweten moest worden opgemerkt zij nog,
dat deze loop geen poetsgleuf had.
Om te probeeren of het uitfreezen wellicht goede resultaten
kon hebben, zijn de in den staat aangegeven loopen, die niet
gepoleerd werden, en ook loop No. 13, uitgefreesd-
Dit uitfreezen geschiedde over een lengte van 5 c. M. en een
diepte van 0.05 m. M. De uitkomsten waren niet bevredigend.
Vooreerst de loop No. 13; de hierop toegepaste unfreezing
deed de invloed van de poetsgleuf te nietde trefkans was
echter na uitfreezen weer sterk achteruitgegaan, de 10 schoten
vielen namelijk nu in een rechthoek van 400 X ^0 m.M.,
waarbij zich 2 dwarstreffers vertoonden.
Hetzelfde werd waargenomen met de overige.
De loopen No. 4, 6, 7 en 12 gaven voor het uitfreezen vol
doende trefkans, de overige onvoldoende. Na het uitfreezen
gaven alle loopen onvoldoende trefkans en zonder uitzondering
dwarstreffers in den schijf.
Voor deze wijze van uitsluiting zal dus steeds poleeren moe
ten worden toegepast.
Uit al het bovenstaande en de met de proeven verkregen
uitkomsten kunnen we dus de gevolgtrekkingen maken.
Ie. De geweerloopen in Indië zijn zeer weinig uitgepoetst
doch hoofdzakelijk uitgeschoten, d. w. z. ten gevolge van het
schieten is oxydatie ontstaan en daardoor wegvreten van metaal,
en hebben ten gevolge daarvan een slechte trefkans.
Dit uitgeschoten zijn moet wel eerder bereikt worden als bij
de vroegere Beaumontgeweren, omdat de inwerking der bus-
kruitgassen op den loop veel heviger is en omdat een projectiel
gebruikt wordt, dat niet zoo gemakkelijk kan opgestuikt worden
als looden projectielen.
2e. De poetsgleuven doen aan de trefkans van den loop
weinig of geen kwaad, en de invloed kon ontgaan worden door
een zeer korte uitfreezing toe te passen.
3e. Enkele loopen, die volgens kalibermetingen nog nauw genoeg
zijn, doch onvoldoende trefkans opleveren, kunnen in de meeste
gevallen door poleeren weer in orde gemaakt worden, ongeacht
een poetsgleuf.