947 Korintjische Hoofdbestuur beloofde te Indrapoera te zullen verschijnen om die regeling te bekrachtigen. Slechts een klein gedeelte der betrokken hoofden 1) verscheen evenwel (in 1888), zoodat volgens Korintjische adat geen afdoende beslissing kon worden genomen. Wel werden toen verschillende zaken besproken en zelfs eene acte geteekend, bevattende de grensregeling en overeenkomsten tot bescherming van wederzijdsche handelaren en uitlevering van misdadigers, doch deze acte mist bindende kracht, eensdeels omdat de Assistent-Resident van Painan, die het Gouvernement vertegenwoordigde, niet tot een dergelijken stap gemachtigd was, anderdeels omdat het Korintjische bestuur niet volledig verte genwoordigd was. Toch wordt de daarbij omschreven grensregeling thans in acht genomen. Als min of meer recbtstreeksch gevolg van de komst der Ko rintjische hoofden werd de koffieverkoop in dier voege geregeld, dat Korintjische handelaren beter voor afpersingen gevrijwaard werden en werd te Indrapoera een zoutverkooppakhuis opgericht. In 1892 verscheen wederom een deputatie van eenige voor name Korintjische hoofden met het verzoek om den Regent van Indrapoera mede terug te doen reizen naar hun land om als scheidsrechter in hangende geschillen op te treden. Aan dit verzoek werd niet voldaan, omdat de deputatie we derom niet volledig was en omdat de adatweg niet gevolgd was. Daarna bleven, met uitzondering van eene onbeduidende brief wisseling, politieke aanrakingen achterwege, totdat in 1902, het Gouvernement de zekerheid verkreeg, dat ons vijandig gezinde Djambische elementen in de Korintjische landschappen een vei lige schuilplaats vonden en ook op andere wijze het verzet in Djambi door het bestuur dier landschappen daadwerkelijk werd gesteund. Pogingen om langs vredelievenden weg daaraan paal en perk te stellen faalden. De Pasirah der marga V Kota (Moeka Moeka), namens den Re sident van Benkoelen met het overbrengen van een brief aan Depati Batoe Hampar belast, moest zich, na herhaalde pogingen, 1) De Tiga Halai Kain waren bijv. in het geheel niet vertegenwoordigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 463