956 te vergemakkelijken, werd voor elk dier échelons op de étappepos- ten afschriften van het gedetailleerd verslag opgelegd, omtrent den door den Chef van den Staf afgelegden weg, met omschrij ving van de wijze, waarop naar gelang van den waterstand in de Tapanrivier terreinmoeilijkheden vermeden konden worden, alsmede opgave van de plaatsen, waar rusten aanbeveling ver dienden en zich lapau's bevonden. Den 28sten Mei werd met achterlating van één groep te Pera- tak Napal de tocht voortgezet naar Peradon Tinggi, deze post door eene groep bezet en den volgenden dag naar Pamoetjoek Boekit Gadang gemarcheerd, waar de aldaar door Majoor Kro- nour gebruikte loodsen ongeschonden werden aangetroffen. Yoor dezen post werd als vaste bezetting één sectie inlanders, aangewezen met eenig geniepersoneel en de noodige dwangar beiders; de rest van het detachement, sterk l sectie Europea nen en 1 sectie inlanders, trok met vivres voor 2 dagen naar Peratak Boekit Gadang Gadang, ten einde vandaar het meerbe- doelde voetpad naar Koto Limau Saring te verkennen. Tot 6.30 n.m. doorgemarcheerd, werd, toen het bleek, dat deze plaats veel verder naar de zijde der vlakte van N. Korintjilag dan oorspronkelijk uit de mededeelingen van de gidsen viel op te maken, in een ladanghuis het bivak betrokken. Den volgenden dag (31 Mei) werd des morgens Koto Limau Saring bereikt, waar behalve enkele kooplieden geene bewoners werden aangetroffen. De kampong bestond uit een kleiner, hooger gelegen, en een. grooter, 10 M. lager gelegen gedeelte, door een open terrein van een dertigtal meters van elkaar gescheiden. Daar er geene hoo rnen in of om den kampong stonden, was het geheel goed te over zien. De uiterste étappepost werd hier gevestigdde bezetting werd in het hoogere deel onder dak gebracht. Allengs kwamen verschillende hoofden hunne opwachting ma ken; hun werd aangezegd alle hoofden op te roepen door aan te wijzen boden. Als nachtlogies werd hun het benedengedeelte van den kampong aangewezen. Den lsten Juni meldden spionnen, dat de hoofden van men- dapo Depati Toedjoeh onwillig waren hunne opwachting te maken en de hoofden van Hiang met die van de Tiga Halai Kain een verbond hadden gesloten om de compenie te weren en dit, met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 472