958 spoedig zou terugkomen en dan de vrouwen en kinderen op dat bezoek moesten voorbereid zijn, een ieder ongewapend moest wezen, gewapenden als vijanden zouden worden beschouwd en de afwezigheid van vrouwen en kinderen als een vijandige daad zou worden aangemerkt. Ten 1 uur n.m. werd de terugmarsch kalm en bedaard begon nen; de bevrienden moesten op grooten afstand achter de pa trouille volgen om bij het eventueel uitbreken van den strijd niet in het vuur onzer geweren te komen. Onder weg ontstond echter onder hen een paniek en vlogen zij naar de patrouille toe, mededeelende dat vele gewapende Korintjiërs de patrouille volgden. Na veel moeite voldeden zij aan den last onmiddellijk naar Koto Limau Saring te gaan en de aldaar aanwezige huizen te betrekken. Ten 8 n.m. werd de post bereikt en onmiddellijk daarop rukte eene patrouille uit in Z.O. richting om de op de toppen der omringende hoogten aanwezige met geweren bewapende Korintjiërs ontzag in te boezemen. Toen deze kort daarop een hevig vuur op den post afgaven, kwamen wederom de bevrien den in een dolle paniek aanstormen. Na veel moeite werden zij wederom naar hunne huizen terug geleid. Ten 6.30 n.m. hield 's vijands vuur op en keerde de uitgezonden patrouille, die met den vijand in vuurgevecht was geweest, terug. In den nacht van 1 op 2 Juni begaven alle bevrienden zich op last naar hunne kampongs en werd het lagere gedeelte van Koto Limau Saring den volgenden dag in orde gemaakt voor de ontvangst van de mobiele colonne. Den geheelen dag beschoot de vijand den post; tot een door- gezetten aanval ging hij echter niet over. Om de door gebrek aan rust zeer vermoeide bezetting van Koto Limau Saring eenige verlichting in den wacht- en veilig heidsdienst te verschaffen en bovendien gelegenheid te hebben den 3den Juni met alle beschikbare troepen offensief te kunnen optreden om een einde te maken aan het beschieten van den post, werd, toen vernomen werd dat het 1ste échelon der mo biele colonne den 4den Juni Pamoetjoek Boekit Gadang zou bereiken, een groep versterking gevraagd van laatstgenoemden étappe-post.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 474