960 bare blijken van goedgezindheid hadden gegeven en wier rijk dom en handelsbelangen het meest gebaat zouden worden met de vestiging van het Nederlandsch gezag in Korintji, voldeed zoowel aan de eischen der verpleging, die het noodzakelijk maak ten de expeditionnaire macht te legeren in een kampong, waar beschikt zou kunnen worden over groote voorraden levensmid- middelen, als aan de strategische eischen, die medebrachten voor de legering te kiezen een kampong in het centrum van de Selapan Halai Kain, daarbij rekening houdende met de hulp bij de militaire actie van de bewoners te verkrijgen als de plicht om aan hen, die ons hielpen, bescherming tegen de vijandig ge zinden te verleenen. Besloten werd dan ook van uit Rawang, na breking van het verzet, overal waar dat wortelde, het geheele gebied der Selapan Halai Kain af te patrouilleeren. Op den lOden -Juni werd met een gemengd peloton in de voor hoede en 3 sectiën Europeanen en 3 sectiën inlanders in de hoofd macht opgerukt naar Si Koengkoeng. Met het oog op het geringe aantal beschikbare dragers werd slechts het hoognoodige medegevoerd, daar het in de bedoeling lag in Si Koengkoeng koelies te requireeren om het achterge- latene af te halen. Door de colonne werd weer hetzelfde pad gevolgd als op den lsten Juni door de verkenningspatrouilles was gebruikt. Hoewel het den vorigen avond geregend had en dus het pad erg glad was, was het door het aanbrengen van trapjes, leuningen en brugge tjes door de genietroepen reeds veel verbeterd. Bij het naderen van den kampong Si Koengkoeng kwamen de hoofden met witte vlaggen de colonne tegemoet. De kampong bleek omringd te zijn van versch opgeworpen, zware, van schiet- kokers voorziene wallen; er bevonden zich echter geen gewa- penden invrouwen en kinderen bleken, bij het doorzoeken der huizen, aanwezig te zijn. De mannelijke bevolking werd gelast onmiddellijk de wallen te slechten, terwijl een gedeelte onder dekking van een peloton opdracht kreeg de achtergelaten goe deren denzelfden dag naar Rawang op te voeren. Voor dit alles kreeg de bevolking geen betaling en werd den hoofden mede gedeeld, dat deze maatregel een straf was voor den geheelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 476