965 pongs der mendapo Depati Toedjoeh, den hoofdkampong der men- dapo Soemoeroep, en de mendapo Kemanten. Ten 7 uur v.m. vertrokken, werd langs de Si Oelak gemar cheerd, de daaraan gelegen kampongs bezocht en daarna opge rukt langs de kampongs der mendapo Depati Toedjoeh en ver der over Koto Mendjidin, Soemoeroep, Pandoeng naar Keman ten. Het bleek, dat Kota Mendjidin zeer zwaar versterkt was; toch gelukte het om met de verzamelde hoofden aldaar eene vergadering te houden, die eindigde met een gezamenlijk aanbod van onderwerping aan het Gouvernement. De ontvangst in alle overige kampongs was hoogst vriendschappelijk. Ook te Kemanten werden de hoofddepati's van de noodige inlichtingen voorzien. Vergezeld van deze hoofden werd de terugmarsch over Air Anget, Soengei Medang en Ladeh aanvaard en ten 4.40 n.m. Rawang bereikt. Dienzelfden dag had eene colonne, sterk 3 sectiën, zich in de mendapo Hiang overtuigd van den we genaanleg en den terugkeer van de bevolking en alles in orde bevonden. De Genietroepen bleven intusschen de bevolking een handje helpen bij den aanleg van den sawahweg Rawang-Si Koengkoeng. Den 16den Juni kwamen de Depati's Batoe Hampar, Atoer Boemi en Toenggal van Hiang hunne onderwerping aanbieden nadat zij van de noodige lastgevingen waren voorzien en hun op gedragen was de bevolking van Sandaran Agoeng op de komst van onze troepen voor te bereiden en den volgenden dag van uit Hiang de colonne te vergezellen op een tocht door het land, werd hun vergunning verleend naar hunne woonplaats terug te keeren. (Worclt vervolgd) P. 'Van Gendeeen Stokt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 481