976 Wolozkoi neemt dan ook aan, dat de gemiddelde schootshoek 4° is. Is men nu in staat dien gemiddelden schootshoek kleiner te maken, dan zullen de uitkomsten beter worden, en dit nu tracht de nieuwe schietopleiding te bereiken door den man te leeren zijn geweer vlug en zoodanig in den aanslag te bren gen, dat hij ongeveer gericht is. Hierdoor blijft hem meer tijd en kracht over om te richten, indien hij hiertoe nog in staat is of m.a.w. eene verbetering van het le moment kan leiden tot verbetering van het 2e moment. Doch omgekeerd, leert men den man zuiver te richten, en al zijne aandacht hieraan te besteden, dan zal men hem niet tot oorlogsschutter opleiden, want op het oorlogsveld schiet de man zijn geweer af, zoodra het in den aanslag is of nog eerder, en is er dus geen sprake van richten, zoodat eene verbetering van het 2e moment de schietuitkomsten in den oorlog niet zal ver- hoogen. Uit het bovenstaande blijkt, dat het le moment, dit is het brengen in den aanslag van het geweer uit de houding „Vaardig het belangrijkste deel der schietopleiding is, en hoe grooter be drevenheid de man hierin heeft, des te grooter percent treffers te velde verwacht mag worden. Het komen tot, en daarna het dagelijks beoefenen van den juist-snellen aanslag is het hoofd beginsel van dit systeem. Velen zullen evenwel zeggen, dat dit beginsel reeds is aangegeven in ons schietvoorschrift voor de Infanterie 1903 61 en 62, en dus niet nieuw is. Zeer zeker doch men zal moeten toegeven, dat het verdere gedeelte van dat schietvoorschrift het in die paragrafen aangeduide be ginsel niet doorvoert; immers, bij het schijfschieten worden alleen de punten aangeteekend, die de man schiet, maar hoe hij zijn geweer in den aanslag brengt hiermede wordt geen rekening gehouden. Indien hij slechts het totaalaantal punten behaalt binnen den bepaalden kring, gaat hij over tot eene vol gende oefening, wordt schutter le klasse, scherpschutter, krijgt premiën, wordt vrijgesteld van voorbereidende schietoefeningen enz., terwijl bij de nieuwe schietopleiding van den beginne af aan den man wordt voorgehouden, dat de wijze, waarop een schot wordt afgegeven meer waarde heeft dan de cijferwaarde van den treffer, waaruit men evenwel niet mag opmaken, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 492