977
het richten verwaarloosd wordt, hetgeen duidelijk blijkt uit de
hierbij gevoegde staat. (Bijlage I).
En nu komen wij tot de groote vraag, of het mogelijk is den
man een juist-snellen aanslag te leeren, want hiermede staat
of valt het systeem, en dan moet deze vraag m.i. bevestigend
beantwoord worden, en juist voorbeelden uit het dagelijksch
leven brengen ons hiertoe. Herinneren wij ons onze jeugd, en
denken wij aan het knikkerspel, waarbij wij vrij zeker wisten,
hoe onzen knikker te werpen om dien van onzen kameraad te
raken; bij het biljarten berekenen de spelers zonder meetin
strument den hoek, waaronder zij den anderen bal moeten ra
ken, hoeveel effect zij moeten geven, hoeveel zij moeten trekken,
ja zelfs berekenen sommigen vooruit, hoe de ballen na den stoot
zullen komen te liggenbij het lawntennisspel slaat men den
bal terug zonder naar de richting van het racket te zien, en
toch moet men weten den hoek waaronder, de kracht waarmede,
enz. men moet slaan.
Zoo zijn er nog vele voorbeelden aan te halen, en zou men
dan een man niet kunnen leeren zijn geweer vlug en zoodanig
in den aanslag te brengen, dat hij ongeveer gericht is op het doel,
want ook hierbij moet hij den hoek berekenen, waaronder hij
't geweer moet afschieten. Ook deskundigen op psycho-physio-
logisch gebied erkennen de mogelijkheid van een dergelijk snel-
coördinatievermogen, en wanneer nu de schutter goed geoefend
is in den juist-snellen aanslag, zal hij onder de storende invloe
den van het gevechtsveld een reflexbeweging maken, waardoor
een aanslag verkregen wordt met bijna gericht geweer. En even
als een biljartspeler zich geoefend heeft in het raken der ballen in
verschillende standen, moet men den schutter leeren lichten op
verschillende doelen en op verschillende afstanden. Gedurende
den geheelen diensttijd moet de man zijne bedrevenheid in het
le moment trachten te verhoogen, en daarom wordt bij elke
oefening de waarde van het schot niet alleen berekend naar de
cijferwaarde van den treffer maar ook naar den tijd benoodigd
om dat schot af te geven.
Immers, verdeelt men den tijd benoodigd voor één schot in
Ta, waarin de schutter het geweer in den aanslag brengt en
T„, dien hij gebruikt om de richting te verbeteren, en de waarde