979 Het mikpunt in den leergang aangenomen heeft den vorm 1), waardoor het mogelijk is, de afwijkingen beter aan te geven dan bij den ouden vorm, omdat hierbij de korrel dik wijls in den zwarten driehoek verdween en de man meermalen niet nauwkeurig kon aangeven, op welk punt hij gericht was. En deze eisch wordt klemmender, als men bedenkt, dat bij de nieuwe schiet- opleiding de man de richting begrijpt, indien hij nagenoeg gericht is, mits hij het juiste punt aangeeft. Deze richtoefeningen kun nen tot 25 M. worden voortgezet, en verkleinde oorlogsdoelen zijn hierbij uitstekend te gebruiken. Verder vindt men de vol gende bepaling aangegeven: Voor den onderwijzer kan het ge mak opleveren om de richting van den leerling te controleeren, door achter het geweer staande alleen langs de korrel naar het mikpunt te zien, en dan de afwijking na te gaan van deze richtlijn ten opzichte van het vizierpunt (midden bovenkant van de vizier inkeeping); deze afwijking en de mogelijke fout van den leerling- zijn gelijknamig. Uit de praktijk blijkt, dat de onderwijzer zijn oogen niet zoo vermoeit, als wanneer hij telkens moet richten. Aan het eenige malen achter elkander richten op een beweeg baar doel wordt weinig waarde gehecht, omdat de man over de korrel op het doel ziende, vlug en ongeveer gericht het geweer in den aanslag moet leeren brengen. Ook vindt men de aanwij zing voor schutters, die met beide oogen moeten schieten, dat zij steeds de linksche korrel moeten nemen. Aangaande de oefeningen in vak f valt slechts mede te dee- len, dat het ontwerp aanbeveelt om schutters met zeer lange vingers te leeren in de houding van „Vaardig" den wijsvinger reeds in de beugelkrop te plaatsen, daar dit anders te tijdroo- vend wordt en een stevig blijven omvatten van de greep be vordert. In vak g wordt een onderwerp behandeld, dat vroeger wel 1) Het mikpunt is het midden van den onderkant van den horizontale streep lang* 2.5 cM. aan weerszijden voorzien van 2 schuinopwaartsstaande vleugels eveneens 2.5 cM. oor 10 M. afstand moet de dikte der strepen 4 m.M. zijn, en voor grootere afstanden worden lengte en dikte evenredig grooter genomen M. i zal nevenstaande vorm nog beter voldoen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 495