988 en niet verder omlaag wordt gebracht dan in de houding van „Vaardig", dat verder de korrel slechts achteruit gaat, en in de lijn blijft, die het oog met het doel verbindt, waarop na vlug herladen de houding van „Vaardig" hernomen wordt zonder den stand van het lichaam te veranderen; alleen in staande houding- kan het lichaamsgewicht naar achteren verplaatst worden. Later hebben deze aanslagoefeningen plaats op tel en tusschentellen, met hoogere vizieren, en wordt het tempo langzamerhand vlug ger genomen. In vak n wordt het richten met den snellen aanslag verbon den hierbij neemt men als doel een loodrecht op het richtvlak gespannen draad, en plaatst de schutter zich zoodanig, dat in den aanslag zijn korrel 1 a 2 c.M. van dien draad verwijderd blijft, omdat dan onderwijzer en leerling de gemaakte fouten gemakKelijk kunnen controleeren. Later worden draden met mikpunten op verschillende hoogte gespannen om te vermijden, dat de man zich slechts in één stand van de richtlijn oefent. Heeft de leerling eenige bedrevenheid in den juist-snellen aan slag verkregen, dan moet hij vlug narichten en tot aan het com mando „Af" de afwijkingen van de vizierlijn nagaan. Steeds naar het doel zien en zich de linkerhand en korrel reeds in den goeden stand te denken zal den juist-snellen aanslag ten goede komen. De juist-snelle aanslagoefeningen worden in vak o verbonden met het afgeven van het schot, waarbij het commando „Aan" gevolgd wordt door het sleepende uitgesproken woord „Tweeeee"; de leerling begint op de „t" door te drukken, en blijft tot het commando „Af" in den aanslag. De onderwijzer houdt het woord „twee" zóó lang aan tot het schot is gevallen om de on- derdeelen der bewegingen afzonderlijk te kunnen nagaan. Bij het gebruik van scherpe patronen zij men indachtig, dat de wijze, waarop het schot wordt afgegeven, de hoofdzaak is en niet de trefferwaarde. Om de gevolgen van het rukken, dat dikwijls ont staat door te lang richten, duidelijk te maken, worden exercitie- en losse patronen met scherpe in één houder gedaan omdat dan het duiken van de korrel beter waarneembaar is, dan wanneer het schot afgaat. Bij de „vuren" (vak pworden de commando's en tellen lang-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 499