551 de dotatie voor dit kanon in verband met de heerschende in zichten. Bij geschut, dat sneller vuren kan, worden meegevoerd in het legerkorps of de divisie in Rusland, Duitschland, Japan en Frankrijk respectievelijk 280, 316, 400 en 503 schoten per stuk. De oorlog in Mandchurije toont echter herhaaldelijk een onge kend en onvoorzien munitie-verbruikdit trekt te meer de aan dacht, omdat bovenstaande getallen voldoende werden geacht en misschien wel meer dan dit, naar de ondervindingen in 1870/71. Aan Duitsche zijde is toen de meeste munitie verbruikt bij Vion- ville en wel nog geen 100 projectielen per vuurmond; het maxi mum-verbruik bij ééne batterij bedraagt nog geen 200 schoten per stuk. Nu zien we in Mandchurije de volgende voorbeelden van verbruik per stuk 6 Jap. gardebatt". op 1 Mei 1904 (Jaloe)300 1 Russ. battt. op 11 Juli 1904 (Da-tchi-chao) 522 3 battn. 26 Aug. 1904 (Kofmtsi aan Tan-ho). 295 16 30 en 31 Aug. 1904 (Liau-jang). 840 "Vooral dit laatste getal is schrikwekkend, als men in aan merking neemt, dat het niet op een uitzonderingstoestand, maar op 8 X 16 128 stukken betrekking heeft in een tweedaagsch gevecht, dat ter plaatse onbeslist bleef. Buitendien bezaten de Russen niet eens echt snelvuurgeschut en werd volgens v. Hoen nooit opgemerkt, dat zij partij zochten te trekken van de maxi- mum-vuursnelheid, waartoe hun kanon in staat was. Ter illustratie van den indruk, dien een dergelijk groot ver bruik in Europa moest maken, diene, dat Rohne berekent, dat per Duitsch legerkorps 7000 paarden meer zouden noodig zijn om de bestaande uitrusting \-an 316 schoten per stuk op te voeren tot de 840, die de Russen in twee dagen bij Liau-jang losten. Doch er zijn wel eenige aanwijzigingen op te merken, dat het munitie-verbruik abnormaal hoog geweest is. Het geschut werd namelijk gebruikt op eene wijze, waarvoor het niet voldoende ingericht of de troep niet geoefend was. Hieronder moest de uitwerking aanzienlijk lijden, zoodat men geneigd kan geweest zijn de qualiteit door de quantiteit te vergoeden, wat in zooverre glad verkeerd is, dat eene batterij, die verkeerd is ingeschoten, met veel munitie evenmin uitwerking heeft als met weinig. Zoo als Generaal Richter opmerkt„waarmee men nul ook vermenig- I. M. T. 1906. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 61