553 Dit alles overwegende, is het duidelijk, dat wij niet zoo ver behoeven te gaan als de Franschen bij voorbeeld, die met eene verstopping van den voedingsader moeten rekenen. Zij hebben groot gelijk, indien zij aan den wensch van Langlois naar eene „kolossale" munitie-uitrusting gehoor geven. Hoever sommigen daar te lande wel willen gaan, blijkt uit de volgende desiderata, in Fransche vakbladen geuit: 500 schoten per stuk bij de batterij. 500 id. id. id. in den trein van het legerkorps. 500 id. id. id. in mobiele veldparken. 1500 schoten per stuk, die vóór den middag van den tweeden gevechtsdag op het slagveld kunnen aanwezig zijn; dat is een groot verschil met de 577, die er met de tegenwoordige orga nisatie dan kunnen zijn. Maar, zooals reeds gezegd werd, zoover behoeven wij althans niet te gaan. Doch, ook wij moeten zorgen, dat er genoeg mu nitie op Java in voorraad is om de verbruikte hoeveelheid te vervangen en dit is een punt, dat zeer zeker eene ernstige be schouwing in het licht der Oost-Aziatische gebeurtenissen ver dient. Men vindt zelden opgaven van de totale hoeveelheid projectielen per stuk, die in een land aanwezig is; bij de aan schaffing van het nieuwe Zwitsersche kanon wordt eene totale uitrusting van 800 projectielen vermeld. Het is duidelijk, dat dit getal veel te klein is om aan de behoeften te voldoen, al is het niet noodig dadelijk in een ander uiterste te vervallen en met een Zwitsersch schrijver 3000 schoten per stuk voor de eerste maanden van een oorlog te berekenen. Het zal niet doenlijk zijn een voorraad munitie op Java op te leggen, die voor een langdurigen oorlog voldoende is, en als we niet dadelijk het onderspit delven, dan wordt de oorlog tegen een B.V. zeker van langen duur. Ten langen leste raakt elke voorraad uitgeput en moeten we, evenals de Boeren, zelf projectielen enz. maken, tenzij aanvoer van buiten mogelijk blijktmaar voor de behoefte van de eerste maanden moet er voldoende munitie ge reed liggen. Van groot voordeel zal het zijn, als de kanonnen dei- bereden, onbereden en marine-artillerie van hetzelfde kaliber zijn en dit is een van de redenen, waarom ik hoop, dat ons nieuwe veldgeschut het kaliber van 7.5 c.M. zal hebben, waartegen met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 63