10 {Mondeling). 1. Hoe gaat volgens onze voorschriften een eskadron ten aanval op infanterie, op cavalerie en op artillerie? 2: Inrukken van de voorposten. •3. Voorgelegen punten bij een verdedigde stelling. 4. Verbeterde krijgsspelkaart No. 1. Een troepenmacht, sterk 1 bataljon infanterie, 1/2 peloton cavalerie, 1 sectie bergartillerie, 1/2 sectie genietroepen met korpstreinen en vivres voor 6 dagen, uitgerukt om de vijandige landschappen Plered en Drangdan tot onderwerping te brengen, heeft den nacht van 15 op 16 Juli ongestoord in het verlaten Plered doorgebracht, waar zij zeer laat in den namiddag was aangekomen uit de richting Tjiandjoer. Spionnen hebben bericht, dat alle kampongs bij Plered ver laten zijn en dat de vijand de toegangswegen naar het Z. heeft afgesloten door stelling te nemen in den N. rand van kg. Tji- bogo hilir Z., Noordrand Tegal Djati en verder over den Nagrak (ongeveer langs het voetpad van Tegal Djati daarheen) tot en met den top O. van Nagrak 200 M. ten Z. van P 34 aan den weg Tjianting-Drangdan. Gevraagd Welke maatregelen neemt de bevelhebber? Versterkingskunst. (Schriftelijk). A. Veldver ster king skunst. I. sli uur. Welke werkzaamheden moeten door den verdediger worden verricht bij den aanleg van veldversterkingen Beschrijf daarvan meer uitvoerig de opruiming van het voor terrein. II. 1 uur. Met welk doel worden bij veldversterkingen hindernissen toe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 662