567
laatste eisch nu, sluit volstrekt niet in zich, evenmin als voor
den onderofficier, dat hij ook recruten kan africhten.
Het woordelijk opzeggen van reglementen of deelen daar
van is daarom m. i. een overdreven eisch. Wanneer de man
practisch volkomen op de hoogte is van al hetgeen hem qua korpo
raal kan worden opgedragen, dan is hij volkomen geschikt voor
zijn werk.
Reglementen als stukrijder- geleider- ruiterschool behoeft de man
niet woordelijk van buiten te kennen, waar het de uitvoering
van commando's betreft, om een geschikt stukscommandant te
zijn. Genoemde reglementen zijn in mijne oogen handleidingen,
die behooren bij het africhten van personeel en paarden; de prak
tische kennis daarvan komt bij de batterijen te pas, meer niet.
Gaat het onderwijs in genoemde opzichten te ver, in een andere
richting schiet het m. i. aanmerkelijk te kort, n.l. in de oplei
ding van onderofficieren tot vuurleiders.
Bij onze bereden artillerie is de batterij tot zwijgen gedoemd,
als de officieren buiten gevecht zijn gesteld. Hoe eenvoudig de
schietregels ook zijn, de onderofficier wordt hoogst zelden in staat
gesteld zich als vuurleider te oefenen. En juist dit moet van
hem worden gevorderd. Wanneer een infanterist op 600 M. of
kleiner afstand van de tegenpartij is gekomen, vuurt hij zelf
standig, omdat men heel goed begrepen heeft, dat, wanneer de
dragers der vuurdiscipline buiten gevecht zijn gesteld, alles aan
komt op het doen en laten van den enkelen man. Zoo moet
het ook bij de bereden artillerie zijn. In de phasen van het ge
vecht, waarbij de batterijen de infanterie vergezellen bij den
aanval, moet het artillerie-vuur, ongeacht de verliezen, kunnen
doorgaan, zoolang er munitie in de batterij voorhanden is. Daar
om moet als eisch worden gesteld, dat de sergeant het vuur
kan leiden en behoort dan ook zijne opleiding in dien zin te ge
schieden.
Evenwel zou ik niet wenschen, dat hij die kennis reeds bezat,
als hij van de kaderschool kwam. Eerst bij de batterij dient
hem die kennis te worden bijgebracht.
Ook moet bij de verdere opleiding meer gestreefd worden naar
zelfstandigheid bij de onderofficieren. In toekomstige oorlogen
zal het meermalen voorkomen, dat een enkel stuk voldoende
I. M. T. 1896. 38