583
Hoewel ik hier geen pleidooi wensch te houden voor de open
bare aanbestedingen, al erken ik ook dat dit voor ons nog altijd
het meest gewenschte stelsel is, meen ik er toch op te moeten
wijzen, dat men niet gering moet denken over de risico, die het
Gouvernement bij invoering van de masse de ravitaillement zal
kunnen beloopen (uitbreken van veepest, brand enz.). Verder zal
men zich eens moeten afvragen hoe hoog de onderhoudskosten,
alleen van het artikel rijst, wel zullen zijn, wil men een voorraad
voor 3 a 6 maanden in de verschillende magazijnen gaan opleg
gen. En hoe opleggen, in padi- of gabah- vorm en daarna pellen
in eigen beheer? Zooals bekend, is de rijst in deze vormen, het
best tegen bederf en insecten gevrijwaard.
De praktijk zal dan ook moeten uitmaken of en in hoeverre
het stelsel op Atjeh ingevoerd op den duur de uitgaven zal doen
verminderen.
Het zal wel niet in de bedoeling liggen om het Fransche stelsel,
zooals ik dat in het kort beschreef, bij een eventueele invoering
slaafs na te volgen; men zal de grondslagen behouden maar de
rest aan de te Atjeh heerschende toestanden aanpassen.
Zoo wil het mij voorkomen, dat het niet zou aangaan om bijv.
in een cercle die aan zee grenst maar zich bovendien tot vrij diep
in het binnenland uitstrekt, voor alle garnizoenen één en dezelfde
indemniteit vast te stellen; de masse de ravitaillement der com-
pagniën om en nabij de havenplaatsen zou dan in weelde baden,
terwijl die der troepen in het binnenland zich ternauwernood
zou kunnen bedruipen.
Verder ben ik het met den schrijver in de Java-bode van 3
Mei j. 1. volkomen eens, dat er iets onbillijks in zou zijn gelegen
om patrouilleerende troepen te laten bijdragen aan den algemee-
nen spaarpot, die van tijd tot tijd, voor een deel althans, in
's lands kas zal worden geledigd. Het zou inderdaad al te dra
conisch zijn om menschen, die dagelijks de grootste vermoeienis
sen, dikwijls ontberingen, hebben te doorstaan en hun leven in de
waagschaal zien gesteld, bovendien nog een der geldelijke voor-
deelen te ontnemen, die zij zich tot nu toe zagen toegewezen
dan zou ik nog liever in een ander uiterste vervallen en bepalen,
dat het overschot van de in meer gunstige omstandigheden ver-
keerende en tot denzelfden cercle behoorende masses de ravitaü-
I. M. T. 1906. 39