588 Draadlooze mijnontsteking. De resultaten, die men tot heden met de draadlooze telegrafie verkre gen heeft, hebben tot het denkbeeld geleid of het niet mogelijk zou zijn vaste mijnen, zonder gebruikmaking van eene draadgeleiding van uit de verte op te blazen. Dit denkbeeld nu is verwezenlijkt door bij de mijnontsteking denzelf- deu coherer te bezigen als bij de draadlooze telegrafie. In plaats van met metaalvijlsel is deze coherer (Fritter) gevuld met een soort van kruit, het zoogenaamde „Frittpulver", dat, overigens een slechte geleider zijnde, door den invloed van electrisehe golven een goed geleidende middenstof wordt. Voorts moet de coherer zoodanig gesteld zijn, dat de kriugstroom door de voor hem bestemde golven gesloten wordt. De firna Schneider in Fulda stelt eene vulling voor coherers, bestemd voor mijnonsteking, samen door bovenbedoeld Frittpulver met schiet- en springkruit te mengen. Als gevolg van het feit. dat het springkruit onder alle omstandigheden een slechte geleider blijft, ontstaat in de vulling van den coherer een hooge electrisehe weerstand, dien men weder over wint door in den kringstroom van den coherer een sterke electrisehe stroom in te schakelen. Treedt nu de vonkengever in werking, dan wordt in de betrekkelijke mijn de vulling van den coherer door den weerstand van den geleider gloeiend, zoodat zij door het schietkruit tot springen wordt gebracht. Neue milit. BVdtter". De officieele verlies-cijfers dei' Japanners in den Oost-Azi disclien oorlog. In de Japansche couranten werden de verliescijfers van het Leger in den Oost-Aziatischen oorlog, afkomstig van hit Statistische bureau van het Ministerie van Oorlog, openbaar gemaakt. Aan deze gegevens, loopende tot 30 November, alzoo tot drie maanden na het sluiten van den wapenstilstand, is het volgende ontleend: 1. Gesneuveld zijn 47152, aan bekomen wonden overleden 11424, ten gevolge van ziekte gestorven 21802 man. Totaal alzoo 80378 dooden. 2. Onder deze dooden (80378) bevonden zich 2113 Officieren, 76908 mindere militairen en 1357 legervolgelingen. 3. Het aantal dooden was als volgt verdeeld over de verschillende wapens: gendarmes 64, infanterie 64485, cavalerie 829, artillerie 3957, genietroepen 1944, trein 8130, administratie 81, geneeskundige dienst 517, vee-artsenijkundige dienst 11, muzikanten 3, legervolgelingen 1357. 4. Van de, tengevolge van ziekte, bezweken militairen stierven te velde 16982, in hun vaderland 4820, totaal 21802 man. Uit de Tokiosche bladen werd verder bekend, dat in het geheel 153673

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 98