684
nieuw grootsch plan tot ontzet van Ladysrnith uitgedacht en
in verband daarmede gelastte hij den terugtocht van alle troepen
naar den zuidelijken oever van de Tugela.
XII. Be Boeren in den laten namiddag van den
24sten Januari.
De toestand van de Boeren was in den avond van den 24sten
Januari en in den daarop volgenden dag evenmin bijzonder
gunstig. Wij hebben ïeeds medegedeeld, dat Botha van alle
rechtstreeksche aanvallen had afgezien en besloten had de Engel-
schen op den Spionkop onder een hevig geschut-en geweervuur
te houden. Met het vallen van den nacht zouden zij dan wel
hunne stellingen ontruimen, verwachtte hij. Hij zag het voor
deel, dat de Engelschen met de bezetting van de Tweelingkop
pen behaald hadden, zeer goed in, doch hij achtte den toestand
daarom volstrekt niet hopeloos. Maar weldra ontving hij de
ernstigste berichten over den indruk, dien de komst van de
Engelschen op de Tweelingkoppen op Schalk Burger's commando's
gemaakt had. Het grootste deel daarvan zou teruggegaan zijn,
terwijl hij weldra vernemen moest, dat ook verscheidenen van
zijne eigen manschappen, uitgeput door het gevecht en ontmoe
digd door het uitblijven van een beslissend succes, ook begon
nen „pad te geven." Slechts 80 van de 500 Burgers, die het ge
vecht op den top gevoerd hadden, schijnen den heuvel niet ver
laten te hebben terwijl de vleugelafdeelingen, niet wetende,
wat in het midden gebeurde, hare stellingen op de hoogten van.
Brakfontein en en aan de zijde van Acton Homes bezet hielden
Botha liet zich echter niet terneerslaan. In zijn rapport aan den
Commandant-Generaal en aan de Regeering nog denzelfden
avond, ongeveer te 10 u. geschreven gaf hij als zijne meening
te kennen, dat de Engelschen overwonnen waren 2). En inder
daad, te 3.30 v.m. van den volgenden dag ontving hij bericht,
dat zoowel de Spionkop, als de Tweelingkoppen door de Engel
schen ontruimd waren, waarop hij te 3.40 v.m. met eenige ge
trouwen den kop bezette, dien hij gedurende den vorigen dag
zoo hardnekkig aan de Engelschen betwist had. Nog een twintig-
1) "VI, blz 86. Zie ook X, blz. 51.
2) IX, b'z. 99.