635
tal Engelschen geraakten daarbij in gevangenschap. Op den kop
vonden de Boeren eenige honderden lijken van gesneuvelde
Engelschen, ongerekend talrijke gewonden 1). Eene wapenschor
sing gaf den Engelschen gelegenheid hunne gesneuvelden te
begraven en hunne gewonden weg te voeren.
XXIII. Beschouwingen over de ontruiming van den Spionkop.
In zijn gevechtsbericht 2) geeft Thorneycroft de volgende re
denen voor de door hem bevolen ontruiming van den Spionkop:
1. de overmacht van de Boerenartillerie, welke door de Ei gel-
sche artillerie uit hare stellingen bij de legerplaats of van waar
dan ook, maar niet bereikt kon worden;
2. hij was niet bekend met de maatregelen, die men genomen
had om hem den volgenden dag geschut te zenden van groot-er
vermogen dan het berggeschut, dat onvoldoende tegen de vèr
dragende stukken en tegen de geweren der Boeien geacht werd
3. volstrekt gebrek aan water en levensmiddelen;
4. wegens het geringe aantal beschikbare gereedschappen en
den rotsachtigen bodem was het zeer moeilijk zich op den top
in te graven;
5. hij zag geen kans stand te houden onder het geschutvuur
der Boeren, dat de Engelschen onmogelijk tot zwijgen konden
brengen.
Laat men het onder 3 genoemde voorloopig buiten beschou
wing, dan is tegen de door Thorneycroft aangevoerde redenen
slechts dit in in brengen, dat zij alleen overdag en niet 's nachts
haar invloed konden doen gevoelen. Gedurende den nacht
moest de uitwerking van het vuur der Boeren aanzienlijk
minder dan overdag zijn; wij hebben reeds medegedeeld, dat bet
bij het invallen van de duisternis langzamerhand verflauwde,
om ten slotte geheel op te houden. Het was dus zeer goed
mogelijk geweest den top tot het aanbreken van den volgen
den dag bezet te houden; desnoods had men de meest uitge
putte afdeelingen kunnen aflossen door de nog ongeschokte
Dorsets en Bethune's Bereden Infanterie.
Wij kunnen niet aannemen, dat Thornycroft demogelijkheid
1) Zie ook Bijlage 3.
2) III, blz. 71.