636
van een en ander niet ingezien zou hebben, maar het volstrekte
gebrek aan water en levensmiddelen dan
In geval van standhouden had Thorneycroft officieren of
manschappen kunnen uitzenden, om levensmiddelen en water
te zoeken. Hij zou dan ontwaard hebben, dat, dank zij War
ren's maatregelen, een groote voorraad water bij den zuidrand
van het bovenvlak, nog geen 300 M. van hem vandaan, beschik
baar was gekomenook was daar een groot aantal zandzakken
bijeengebracht x). Het is bovendien zeer onwaarschijnlijk, dat
Thorneycroft vóór of bij het verlaten van den top, deze voor
raden niet opgemerkt zou hebben.
Men kan derhalve aannemen, dat niet uitsluitend de in het
gevechtsbericht genoemde redenen Thorneycroft bewogen hebben
tot het ontruimen van eene stelling, aan het bezit waarvan
Warren zooals hem bekend was zeer groote waarde hechtte.
Wij meenen de werkelijke reden in het volgende te moeten
zoeken
Aan Engelsche zijde had men gehoopt, dat de bezetting van
den Spionkop den weg naar Ladysmith zou openen en dat men
de Boeren als dezen tot den aanval overgingen op dezelfde
wijze ontvangen zou, als zij het de Engelschen bijv. bij Colenso
gedaan hadden. Deze verwachting was geheel ij del gebleken.
De Engelschen waren in het gevecht op den 24sten Januari
steeds de mindere gebleven, al hadden de Boeren hunne aan
vallende beweging niet met de uiterste energie doorgezet. In het.
besef van die minderheid moest Thorneycroft zich wel afvragen,
wat langer standhouden zou uithalen; de vertooning van den
24sten zou, naar alle waarschijnlijkheid, den volgenden dag
herhaald worden; aflossen van dein stelling zijnde troepen door
andere kon hieraan niets veranderen. Het eenige middel om eene
voordeelige beslissing te bereiken, dus ook het eenige, afdoende
middel om de troepen op den Spionkop te ontlasten, was een
algemeene aanval van de Engelschen, over de geheele linie, doch
daar was geen denken aan. Zoo beschouwd, werd het volmaakt
overbodig nog gedurende den nacht op den Spionkop te blijven
al vormden het overmachtige vuur van de Boeren en de onmacht
van de Engelschen om het te bedwingen de naaste aanleiding
1) I, blz. 290.