643
heid. Bij de samenstelling is zeer veel gebruik gemaakt van
The „Times" History en van mededeelingen van een onge-
noemden Duitscher, die met de Boeren gestreden heeft.
V. Minutes of Evidence taken before the Royal Commission
on the War in South Africa (Volume II).
Den 9den Sept. 1902 benoemde de Koning van Engeland
eene commissie om een onderzoek in te stellen naar alles,
wat met de voorbereiding tot den oorlog en met de krijgs
verrichtingen tot de bezetting van Pretoria in verband
staat. Den 9den Juli 1903 was de commissie met haar ver
slag gereed. Behalve dit verslag, maakte zij twee deelen
met de antwoorden van de 114, door haar gehoorde getui
gen openbaar; bovendien nog een afzonderlijk deel bijlagen.
De bekende journalist Stead gaf het resultaat van het on
derzoek der commissie verkort weer in zijn „How Britain
goes to AVar."
AH. J. F. Naudé. Vechten en vluchten van Beijers en Kemp.
De schrijver van dit zeer populair gestelde verhaal maakte
den oorlog als veldprediker mede, Hij was bij het gevecht
van den 24sten Januari 1900 tegenwoordig.
VII. Oppenheim. Thorneycroft's Mounted Infantry on Spion
Kop. The Nineteenth Century and After. Jan. 1901, biz. 39.
VIII. Richard Runck. Aus dem Freiheitskampfe der Buren.
Richard Runck was bevelhebber van een Duitsch korps.
Als zoodanig woonde hij het gevecht om den Spionkop bij.
IX. Jhr. C. G-. S. Sandberg. De zesdaagsche slag aan de
Boven-Tugela. Gids 1901, II, blz. 84.
De Heer Sandberg was gedurende een deel van den oorlog
Adjudant en Militair Secretaris van Generaal Louis Botha. In
die hoedanigheid woonde hij het gevecht om den Spionkop bij.
X. B. J. Viljoen. Mijne Herinneringen uit den Anglo-Boeren-
Oorlog.
De heer Viljoen was Lid van den Tweeden Volksraad en
gedurende den oorlog Assistent-Commandant-Generaal.